De meest unieke ploeg ooit in de Goffert. MVV in NEC shirts…
Rechts: Janusz Kowalik, oud-speler van NEC…
MVV en NEC, Maastricht en Nijmegen, ter herinnering
Elkaar respecteren, gebruiken kennen en erna handelen, zo ver zo goed. Gasten houden zich aan de regels van het huis en worden op hun gemak gesteld. Vreemd als je dan kijkt hoe het er bij het voetballen aan toegaat. Elke ploeg heeft zijn eigen clubkleuren, toch worden de gasten verplicht de kleuren aan te passen aan die van de gastheer. De spelers betreden het veld hand in hand met kinderen voorzien van de kleuren van de tegenstander, vervolgens wordt uitgebreid handje geschud (kan dat niet eerder plaatsvinden, vraag je je af) en als een speler gewisseld wordt gaat hij alle collega’s uitvoerig een hand geven alsof hij ze jaren niet gezien heeft. Kan het gekker? Wat heeft dit alles met sportiviteit van doen, met het spel, de wedstrijd? Niets, helemaal niets.
In de goeie ouwe tijd was dat allemaal handers. Geen handengeschud en de gasten in hun eigen clubkleur. Waarom is dat veranderd. God mag het weten. Die verandering is er de oorzaak van dat MVV, bij een wedstrijd in de Goffert ergens in de zeventiger jaren, plots moest verschijnen in het tenue van NEC. Volslagen onbegrijpelijk, de kleuren van MVV en NEC verschillen hemelsbreed van elkaar. Sterker, er zal nauwelijks een ploeg te vinden zijn met kleuren die op die van NEC lijken. Edoch, de scheidsrechter beslist en zo betraden Jo Bonfrère, Janusz Kowalik c.s. de Goffert in de uit-shirts van NEC. De uitslag? Ik zou het niet weten.
En die fascist, die januskop, wat heeft die hier mee te maken?
Van voetballen heeft iedereen verstand, denkt men. Pekeltje is zo’n overtuigd voetbalkenner. Hij weet perfect het verschil tussen een kopbal en een schot op doel. Nee dus. Slechts enkele weken lang heb ik het genoegen mogen smaken met hem van gedachte te kunnen wisselen. Als u zo wilt Nijmegen versus Maastricht. Precies twee jaar geleden noteerde ik:
“Nooit van brood en spelen gehoord? Nou dan. En wie zijn de grote geldschieters van de ballentrapperij? Precies ook weer die grote leiders, om maar eentje bij zʼn naam te noemen: v.d. Ende. Bijna in zʼn eentje een massacultuur in het leven geroepen. Dat is pas een prestatie. Letterlijk ook van een hogere waarde dan het salaris van Zalm, ocharm. En een bedrijf leiden met duizenden werknemers? Wat een maatstaf. Een bedrijf leiden heeft primair weinig te maken met aantallen werknemers, ze zijn voornamelijk een kostenfactor. We doen hier toch niet filantropie?
Toch leuk dat NEC in Moskou gewonnen heeft.
Het antwoord liet enkele dagen op zich wachten. En wat had deze trouwe ziel te melden, helemaal in de veronderstelling levend met een SPer van doen te hebben? En NEC in Moskou, dat ging zijn verstand te boven.
“De macht zit echter niet bij die geldschieters, maar bij het publiek. Als dat massaal besluit niet meer aan deze voorstelling mee te werken, haken de geldschieters af, en behoren de miljoenensalarissen en -aankopen van spelers tot het verleden, waarop voetbal weer kan zijn waarvoor het bedoeld was: onschuldig volksvermaak. Ook voor een massamennerij zijn altijd minimaal twee partijen nodig. En ja, je moet echt over meer kwaliteiten dan een interieurverzorgster bezitten om een groot bedrijf te leiden, zoals ook een SP een Jan Marijnissen nodig had om tot groei en bloei te komen, bijvoorbeeld. Dat Jan zijn salaris in de partijkas stort is een keuze.
Wat moet je met dit gewauwel en dooddoeners? Niets, nog maar eens over een andere boeg gegooid:
“Toch vreemd dat uw vergelijking met voetbalproducten niet aanslaat in deze discussie. Ik had anders verwacht. Wel wordt in deze kolommen te pas en te onpas het geloof erbij gesleept, indachtig Marx, maar voor het actuele opium geen oog. Zelf ben ik al meer dan vijftig jaar verslaafd aan deze vorm van volksvermaak. Zo heb ik MVV (met onze huidige bondscoach in de gelederen) eens ruim zien verliezen in de Goffert. Geldschieters en publiek zijn de keerzijden van dezelfde medaille. Zonder publiek geen geld, zoals U aangeeft, maar zonder geldschieters geen publiek.
“En ja, je moet echt over meer kwaliteiten dan een interieurverzorgster bezitten om een groot bedrijf te leiden…” constateert U. Hier moet U mij verder helpen. Meer kwaliteiten duidt er volgens mij op dat er volgens uw zienswijze een gradatie aan te brengen is in wat kwaliteit (kwalificatie?) heet. Daar wringt volgens mij de schoen. Ik ontken niet dat er verschillende “kwaliteiten” bestaan. Zo kan ik nauwelijks een balletje trappen, maar beschik over een mooi handschrift (beweert men, mʼn hele leven lang al). Zegt dat iets over de kwaliteit van het geschrevene? Ik vrees van niet.
Intrigerend is dan de vraag hoe kwaliteiten worden bepaald, herkend en gehonoreerd. En door wie. Uw interieurverzorgster, poetsvrouw of schoonmaakster omschrijven dit beroep volgens mij beter, moet over een grote dosis materiaalkennis beschikken, haar tijd efficiënt kunnen indelen, vaak over talenkennis beschikken, fysiek sterk zijn en noem maar op. Haar grootste kwaliteit ligt zelfs niet op haar specifieke vakgebied. Ze moet namelijk ontzettend goed met mensen kunnen omgaan, van huisdieren houden, enz. Dat is niet mis.
Zoals ik al boven aangaf, het leiderschap zou ons beste exportproduct kunnen worden. Kennelijk bestaat er geen wil of behoefte aan zulks in de praktijk om te zetten. Waarom niet? Een dergelijke hulp zou je dan met recht ontwikkelingshulp kunnen noemen. Ik heb “leiders” op velerlei niveau meegemaakt. Nooit heb ik kunnen ontdekken wat hun speciale kwaliteiten waren (karaktertrekken en afkomst buiten beschouwing gelaten). En toch moeten die er zijn, maar welke dan? Kunt U licht in deze duisternis werpen?
Overigens valt voor mij de huidige leider van het Nederlandse voetbal af voor het predicaat “groot leider”. Zijn bemoeienissen met een FC Limburg vind ik dubieus. In deze ben ik natuurlijk subjectief. Nogmaals Willem, help ons verder en wie weet kan de mensheid een werkelijke kwalitatieve sprong maken!
En ja, daar is ie weer, het goede leiderschap in slechte tijden. En of ik het wist. Wat? Die man weet wat ik al wist… En dan Gerrit. Wat heeft die man toch met Gerrit?
“Een groot deel van leven bestaat niet uit weten, maar uit inschattingen, keuzes en aannames. Aldus vertrouw ik de meester geen leerwerk, en de leerling geen meesterwerk toe. Opleiding, inzicht, overzicht, ervaring, inventiviteit, creativiteit, en nog een handvol kwaliteiten -waaronder onbenoembare, te vergelijken met charisma- staan (vaak) aan de basis van leiderschap, maar dat wist u al. Enwat u net als ik weet is dat leiderschap in goede tijden staat voor goed leiderschap, maar dat zoiets enkel en alleen blijkt in slechte tijden, zoals nu het geval is. Aldus blijkt leiden maar al te vaak in lijden te ontaarden, want de val door de mand is hard. Of de juiste kwaliteiten voor leiderschap aanwezig zijn kan alleen achteraf gesteld worden, maar ook dan staan resultaten uit het verleden… Het is en blijft dus een gok, maar wel een enigszins te calculeren gok. Zo zult u als supporter van MVV naar ik aanneem enige moeite hebben met Gerrit Komrij als keeper van het eerste elftal, terwijl ik Gerrit best wel een essay over voetbal toevertrouw. Toch weet ik zeker Gerrit nooit bij de wereldliteratuur aan te treffen, en dat heeft -naast in- en aanvoelen- met gradaties, dus grenzen te maken, van capaciteiten bijvoorbeeld. Mijn hulp in de huishouding heeft een uiterlijk op miss-niveau en studeert rechten. En ze poetst dat het een lieve lust is, voor mij ook trouwens. Of het echt goed schoon is controleer ik nooit, ik geniet meer van het visuele aspect, vooral het voor- (en achter)werk. Ze heeft dus meerdere kwaliteiten in huis, waarbij ik die van het poetsen iets minder hoog aansla dan die van haar positie op de ladder. Met steeds een treedje hoger, en mij -vooral ’s zomers- als bewonderaar, want ik hou van sporten. Work fascinates me, I can sit and watch it for ours. Ik geniet dus van de combinatie, waarbij ik het poetsen voor kennisgeving aanneem, de bijbehorende beelden alleszins weet te waarderen, en de conversaties zorgen voor de finishing touch. Nu ik het zo overdenk drijft u me toch aardig in de hoek, want ik kan niet kiezen. Nog niet, misschien als ze eenmaal is afgestudeerd, en ook ik -noodgedwongen- ben uitgestudeerd, op dit hoofd-stuk althans;). PS: dat verlies in De Goffert reken ik u niet aan, NEC ook niet trouwens;).
De aap komt uit de mouw. Geen verstand van leiders, van leidinggeven, ook niet van voetballen, dat stond toen al allemaal vast. En zelfs nu nog, koppen verwarren met trappen… Niet het meervoud van trap, zeg ik er maar voor de zekerheid bij. Die man heeft zo ontzettend sterk die ladder in zijn hoofd, die maatschappelijke ladder, vreselijk. En schieten durf ik al helemaal niet te zeggen, want dan moet ie ongetwijfeld aan familie in Frankrijk denken, die al schietend…, maar dat wist u al.
Voor het overige, je kunt wel aan de gang blijven met onzinpraat, opschieten doet het niet.
Mijn bezoek aan de Goffert had indertijd nog een venijnig staartje. Weet je wat, dacht ik na de wedstrijd, ik neem de supportersbus, zak ik nog even onverwacht naar Maastricht af.
Een gammele, aftandse stadsbus met daarin een vijftal MVV-supporters wachtte me op. Politie aan boord. Op weg naar het station een politie-escorte voor en achter de bus. Op deze wijze bereikten we veilig en wel het station zonder dat ons een haar gekrenkt werd. Dankzij de Nijmeegse politie.
Je weet het maar nooit, met die heetgebakerde supporters, het had anders kunnen lopen!
Afbeelding: Ästhetik und Kommunikation 24/76
Foto: De Goffert tijdens een wedstrijd NEC-MVV in 1967 – collectie Jan van Ooijen