Luisteren, taal, hoorspel…

Zenith radio (1935)




Bijna honderd jaar oud is het medium radio zoals wij het kennen. Het kon zich snel ontwikkelen dankzij de ervaringen opgedaan in de Eerste Wereldoorlog. Massaal gingen radioamateurs na de oorlog aan de slag om te zenden en te ontvangen in een vorm die we nu meemaken met internet. Het was een doorn in het oog van de machthebbers. Verdragen werden gesloten over frequenties en binnen de kortste keren ontstonden er monopolies van zendgemachtigden op staatsgronden of op particulier initiatief. De laatsten gingen meestal snel over in (semi-)overheids handen, de BBC in Engeland bijvoorbeeld. Of er ontstonden parallelle systemen als in Frankrijk. In Nederland kregen we te maken met het zuilenstelsel volgens goed Hollandse traditie. Het gebruik van het medium werd aldus onttrokken aan een opbloeiende cultuur van radioamateurs. Zij kregen een speelhoek toegewezen op de kortegolfband.

Vele geschriften zagen het licht over het gebruik van het medium. Dat van Rudolf von Arnheim is wel het bekendste. Jonge kunstenaars en intellectuelen storten zich op het medium, in Duitsland onder anderen Bertolt Brecht en Walter Benjamin. In 1932 hield Brecht een rede die ik hier wil  weergeven. Ze is zo actueel als het maar zijn kan. Denk daarbij niet alleen aan radio en TV, maar ook aan de pers en vooral internet. Hoe ideologie wordt overgedragen en hoe we zelf te werk kunnen gaan.


REDE BRECHT OVER HET MEDIUM RADIO





Radio als communicatie- of distributiemedium?


“Brecht, ein Pionier des Radios”

Ein Essay von Wolfram Wessels mit Tondokumente

 

 

S2Kultur – 8 januari 1998

 



De enige kunstvorm die we te danken hebben aan de radio is het hoorspel. Een eigenaardige term overigens. Als we niet oplettend luisteren gaat de inhoud verloren, dat kan nooit de bedoeling zijn. Omgekeerd, waarom wordt wel gesproken over luistercijfers i.p.v. hoorcijfers. Echt luisteren doen slechts weinigen, zeker bij die hapklare brokken die de Nederlandse radio haar publiek voorschotelt. Het hoorspel in Nederland heeft overwegend een oudbakken stempel. Ingesproken teksten met geluidseffecten om het echt te doen lijken.

Er waren en zijn uitzonderingen. In Duitsland en Frankrijk was de ontwikkeling een geheel andere. De start daartoe gaf in Duitsland Hans G Helms, in Frankrijk Antonin Artaud. Ze legden de basis waaruit hoorspelstudio’s voortkwamen, in Frankrijk het Atélier de Création Radiophonique, het ACR van de ORTF. In Duitsland liep het via de Länderanstalten. Voorop de WDR en de SWF, waaraan hun geavanceerde studio’s voor elektronische muziek zeker niet vreemd waren. Om u een indruk te geven hier een opname van de WDR uit 1993 waarin teruggeblikt wordt op 30 jaar hoorspelgeschiedenis.

 


Studio Akustische Kunst

Klangreise zur akustischen Kunst WDR 1963-1993

 

inleiding


FA.M’AHNIESGWOW

Hans G Helms – Realisation Hans G Helms Produktion 1959 / WDR 1979


Äußerungen übers Hörspiel

Zitatmontage von Helmut Heißenbüttel – Produktion WDR 1974


Ferdinand Kriwet in Gespräch.

WDR 3 – 02-03-1993


ONE, TWO, TWO – Hörtext 5

Ferdinand Kriwet Produktion WDR / SFB 1969





Update augustus 2018





De rede van Brecht is afkomstig uit: “Neues Hörspiel – Essays, analysen. Gespräche”
Herausgegeben von Klaus Schöning – Edition Suhrkamp
Van Wolfram Wessels is in 1985 verschenen: “Hörspiele im Dritten Reich.
Zur Institutionen-, Theorie- und Literaturgeschichte”.
Zie ook: “Herinneringen aan Hans G Helms” en “Théâtre de la cruauté” m.b.t. Antonin Artaud.


Uitgelichte afbeelding: bron

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.