Waarin onderscheidt een mens zich van een dier? Waartoe dient kunst?
Kunst is geen aftreksel van de werkelijkheid, maar leert ons horen en kijken, luisteren, zien. Beluister deze cellosonate van Beethoven eens, een opname uit 1998 (Sony) met Anner Bijlsma (cello) en Jos Van Immerseel (piano):
Deze derde cellosonate in A is praktisch tegelijkertijd gecomponeerd als de zesde symfonie, de “Pastorale”. Delen: Allegro ma non tanto – Scherzo (Allegro molto) – Trio – Adagio cantabile – Finale (Allegro vivace).
Boeiend is en blijft hoe muzikale middelen worden gebruikt om iets te vertellen. Actief luisteren, het gehoorde op je eigen (levens-)ervaringen betrekken en je komt een heel eind. Uiteindelijk laat het je niet meer los. Bij elke uitvoering hoor je ook weer wat anders. De zinnen worden bevredigd en niet afgestompt. Hoe anders in het merendeel van de (commerciële) popcultuur. Nooit of zelden iets verrassends, plakatieve teksten, tegenwoordig geleverd met videobeelden, vaak van een afschrikwekkende platvloersheid. Moet je daar je tijd mee verdoen? Als je zelf niets te zeggen hebt kennelijk wel.
Een voorbeeld, van de man die zijn afschuw uit over “kutjes” en “reten”: “Dit spelen ze ergens in een kamertje in de hemel. Daarnaast doen Willie Mitchell en King Curtis Soul serenade…”. Dan wordt je nieuwsgierig en ontdekt dit lijntje:
Juist, voor meiden is het anders…
Nog maar eens die cellosonate, nu in een andere uitvoering, eentje waardoor ik dit werk heb leren kennen:
Weet u wat ik zo belabberd vind? Dat mensen die niet hebben leren luisteren, hun zintuigen weigeren te gebruiken, zo boordevol zitten met vooroordelen en zich zelfs superieur wanen. Waar kennen we die houding van?
O jee, vandaag is het “Onnozele Kinderen”…
Uitgelichte afbeelding: Paul Delvaux – bron