Die zit:
“‘t stalkende, lasterende en auteursrechtschendende ventje blijft proberen zijn waanvoorstellingen te verkopen. 69.”
Als je iets dergelijks leest kun je wel gaan roepen, wat een achterlijk wijf, leer eens lezen, probeer eindelijk iets te begrijpen. Vraag als je iets niet duidelijk is. Moet je niet doen. Verloren moeite. Iets anders heb ik erop verzonnen, de waanzin die over je uitgestrooid wordt laten zien, juist registreren die handel. Met naam en toenaam. Voor wie? Niet voor me zelf, zeker niet op de eerste plaats, maar om een beetje inzicht te verschaffen hoe onverlaten met een eigen agenda, dwazen en noem maar op te werk gaan. Daarbij speelt in mijn achterhoofd mee hoe mensen behandeld worden, die niet in de positie verkeren zich te weren tegen de beroving van eer en goede naam.
Je kunt ook de draak gaan steken met wat ze te melden hebben. Soixante-neuf ligt onmiddellijk voor de hand bij een bericht als het bovenstaande. Vergeet het, dan moet je platvloers te werk gaan, recht op en neer. Erotiek is een kunst en is deze mensen vreemd als alles dat naar het muzische neigt. Hun methodes zijn van dik hout zaagt men planken met heel veel lawaai. Belangstelling voor de ander is hen vreemd, ze denken dat iedereen zo dient te zijn als zijzelf. Wie niet in hun kader past is gek, heeft last van waanvoorstellingen, heeft een trauma.
Om hun context te bepalen noem ik ze Bataven. Zelfs die betiteling, leerde ik deze week, is te veel eer voor ze. Je zou ze kunnen omschrijven als Geuzen, cultuurbarbaren, maar ook dat zullen ze misverstaan. Net als Wilders overigens. We houden het maar bij Bataven als rechtstreekse afstammelingen van de Kaninefaten, niet te verwarren met de Batavieren. Tussen haakjes, wanneer gaan de Nederlandse kindertjes eens iets vernemen over de Kelten, de Eburonen? Maar ook over de Kimbren… In Maastricht worden tenminste die namen nog levend gehouden en als je in de nabijheid van de Tongerseweg woont is die link niet ver. Vreemd, dat begrijpen Bataven ook al niet.
Mogelijk hebben ze last van kortzichtigheid door die eeuwen voortdurende raadpleging van de bijbel. Ik zei het al, het muzische is hun vreemd, dans, theater, opera, ballet. Was dat even schrikken toen onze bevrijders zwart bleken te zijn en bovendien entartete muziek meebrachten in ’45… De politiecommissaris van Amsterdam greep onmiddellijk in. Hun voedsel, hun keuken beroert ook al niet de zinnen. In elegantie blinken ze niet bepaald uit, ze zijn eerder lomp. Een Bataaf zal nooit opzij gaan op straat, zich minder breed maken als een tegenvoeter hem nadert. Hoe ze het onderling oplossen weet ik niet, dat is hun zaak verder. Die mentaliteit maakt dat de Bataaf gewend is van alles uit te kramen en lak heeft aan de ander. Ook op internet pik je de Bataven er meteen uit. O ja, ik zou het bijna vergeten, ze proberen je wijs te maken dat ze o zo bezorgd zijn over het wel en wee in de wereld. Ze verkondigen daarbij wijsheden die ze geleend hebben en waarvan ze de draagwijdte niet begrijpen.
Wil je de Bataaf leren kennen, leren doorzien, moet je letten op het begrip schuld. Het is beslist geen wonder dat het handelskapitalisme bij hen tot grote bloei kon komen. Dankzij dominee, ben ik geneigd te zeggen. Ze weten dat het in hun cultuur, de protestants-christelijke, uitermate effectief is de ander verdacht te maken, schuld aan te praten. De digitale media lijken er welhaast voor geschapen. Hun grootste lust lijkt het wel, is mensen door het slijk halen die hun niet bevallen. Zeer primitief maar de goedgelovigheid doet de rest. Weer een zak die met de vuilnisman mee kan. Mij komt het voor alsof die Batavencultuur al het slechte in de mens bovenhaalt.
Amusant voor mij blijft de herinnering aan een lompe Amsterdammer. “Jou moet ik nog straks spreken”… Dat was mijn kennismaking met die man. Hij wist het al, omdat hij geloof hechtte aan een of andere dwaas, die beweerde dat ik zo’n beetje alles deed wat God van de dominee verboden had. Later wist ie nog te melden dat het tonen van een blote kont duidde op het feit dat we hier in een open inrichting verkeerden en dat wist hij zeker, dat rook hij, ik werkte voor de AIVD. Met de zintuiglijke waarneming van die man komt het nooit meer goed, valt te vrezen. Het ergste van al, ik had iets tegen academici. Daarmee bedoelde hij zichzelf en een oud politicus, die in een ver verleden een half jaartje wethouder had gespeeld in zijn woonplaats en nu jammert dat hij op een houtje moet bijten terwijl hij zich 24/24 had ingespannen voor de stad en die beweert dat ik hem ooit heb opgebeld. Academicus? Een dwaas vermoed ik.
Vreselijk volk toch? Niet vreemd dat de Bataaf niet graag gezien is in verre buitenlanden. Daar verandert de vermeende talenknobbel weinig aan. De minachting voor de ander komt dan zelfs tot grote bloei. Voorbeelden liggen voor het opscheppen dus maar even niet. Voor mij van meer belang is de handel en wandel volgen van een Bataafse die werkelijk alles in zich verenigt wat dit volk zo onuitstaanbaar maakt. Zonder eigenbelang iets voor een ander proberen te betekenen is er niet bij, zich op de borst kloppen met gegapte ideeën is een vanzelfsprekendheid. Deze vrouw overstijgt alles wat ik in mijn leven aan onoorbaars heb meegemaakt. Of zij aan waanvoorstellingen lijdt durf ik niet te zeggen. Ze vormt voor mij inmiddels wel de toetssteen voor het sociale en politieke klimaat in ons land, waarop de Bataven steeds nadrukkelijk hun stempel drukken.
Maak ik een volslagen onbeduidend iemand hiermee belangrijker dan ze is, stimuleer ik hiermee haar eigenwaan? Bedenk dat ik geen etnoloog ben, maar wel als zodanig te werk ga. Het blijft een proces van theorie en praktijk waarbij ik steeds bijleer in de hoop een bijdrage te leveren aan verandering van het politieke klimaat. Als steeds meer mensen menen te moeten handelen als Wilders en die Bataafse onverlaten, die ik op internet heb leren kennen, gaat het beslist fout. Dan is de fascistische heilstaat in een of andere vorm niet ver meer. De kreten die ze slaken zijn inwisselbaar, voor of tegen W, het doet er nauwelijks toe. Ze denken in dezelfde categorieën en daar is alles feitelijk mee gezegd.
Und das Weib? Ze akkert op haar moestuintje, want de bodem is vruchtbaar nog. Het gif komt van de andere kant, zegt ze. Wie durft nog te zeggen dat vrouwen machteloos zijn?
Uitgelichte foto: Sam Weber – bron
Kaart: bron: De Geschiedenis van Tongeren