Jay King: Chicago, Uptown, 1971
U kent André toch wel? Ongetwijfeld de meest uitzonderlijke man op internet. Tibaert smaakte het genoegen om hem persoonlijk te leren kennen, alhoewel hij dat feit graag loochent. Daar heeft hij ongetwijfeld zijn redenen voor.
De man is zeer ordentelijk en zeer christelijk. Jezus was in zijn ogen een anarchist met een scherpe kijk op het goede en het kwade in de mens, goddelijk als hij was. Heet het niet: weinigen zijn uitverkoren. André beslist wel. Gepredestineerd als hij is.
Feilloos wist hij Tibaert te plaatsen in vakjes als “gesticht” en “geheime dienst”. Zijn anarchistische orde is immers een door God geopenbaarde en daar passen geen subversieve elementen in. Ook geen vleselijke geneugten.
Diep respect moet je voor André tonen. Zo wijs. Alle geschriften die van belang zijn kent André en hij verwijst ons er met graagte naar. Als een ware profeet is de dialoog bij hem taboe. Aanvaard de boodschap of verdwijn is de hierbij passende houding.
Gisteren was het weer zover. Via het vermaarde weblog van Jeroen van den Heuvel nog wel. Een interview met Shlomo Sand verschenen in het dagblad Trouw was de aanleiding. En wat doet André?
Hij schaart zich aan de kant van mensen die beweren dat er in wezen geen joods volk bestaat, dat kenmerken, hen toegeschreven, nonsens zijn. Sand heeft argumenten voorhanden, die fameuze diaspora bijvoorbeeld, maar André? André begint met te wauwelen over lijstjes van beroemdheden die als homo gesleten werden. Mij was niet bekend dat homo’s in getto’s hebben geleefd, een speciale cultuur hebben gevestigd, die specifiek is voor dit “volk”. Het zou ook niet kunnen, dat ligt in de aard van het beestje.
Is André totaal van slag geraakt? Tibaert moest maar eens uit de kast komen, volgens hem. Hij rekent Tibaert tot wat hij noemt “pisbakkencruisers”.
Weet u, ik begin André een uitgesproken vies manneke te vinden, helemaal niet zo ordentelijk zoals hij zich voordoet. Wie in hemelsnaam sleept homoseksuelen erbij om iets van jodendom en zionisme duidelijk te maken? André dus. Zelfs de Palestijnen vergeet hij niet. Ook iets met volk en land… Ja, ja…
Hoe dan ook, een Grote Geest blijft hij. Hij beheerst de Nederlandse spelling. Welke toonaangevende Nederlandse en Vlaamse auteurs kunnen het hem nazeggen? Weinigen. Spelling hoort dan ook tot de grammaticale regels die orde moeten scheppen in de chaos van taaluitingen. Elk vogeltje zingt immers zoals het gebekt is. Het is als vloeken in de kerk van deze christen-anarchist. Of anders, waar een nare kleingeestige man groot in kan zijn.
Verbeelding is André ten enenmale vreemd. De man heeft last van inbeelding en wel in hoge mate. Een even groot denkraam als Ollie B. Bommel. Die conclusie durft Tibaert wel te trekken, nee moet hij trekken.
ps:
André: “Het interview met hem in het Nederlands zit achter een betaalmuur. Mensen die in zijn redeneerwijze geïnteresseerd zijn zullen meestal wel op zijn minst het Engels machtig zijn. Bezoek zijn site of lees deze beschouwing.”
Hopelijk heb ik de “redeneerwijze” van André een beetje duidelijk gemaakt voor de eenvoudigen van geest, die de Engelse taal niet machtig zijn. Tja, elke taal heeft zo zijn eigen visie op de realiteit, op de wereld. Zou André dat beseffen? Nee…
