Knokploegen zijn zo decadent

The Bystander (1924)




Een oud artikel uit het voormalige dagblad De Tijd, een krant welk als toonbeeld kan gelden voor haar houding tijdens de bezetting. Een groter contrast tussen De Telegraaf en De Tijd is welhaast ondenkbaar. Een katholieke krant, spottend wel eens het pastoorskrantje genoemd. ’s Avonds tegen zessen viel ze op de deurmat. Toen ze in de zeventiger jaren ten onder ging voelde ik me ontheemd. Een kop uit de krant is me altijd bijgebleven:


André Malraux: “Een mensenleven is niets waard, niets is een
mensenleven waard.”



Kan het toepasselijker aan de vooravond van Goede Vrijdag?

Hier een copie van een artikel van meer dan veertig jaar geleden. Er komt iemand in aan het woord die je een vertegenwoordiger kunt noemen van ‘de zwijgende meerderheid’, een ook uit de USA overgewaaid begrip, om aan te geven dat het volk rechts denkt maar zich niet uit. Het wachten was op mensen die dit volk een stem gaven. We kennen ze nu maar al te goed, Marine Le Pen, Geert Wilders, Nigel Farage en Silvio Berlusconi, om maar de bekendsten te noemen. Populisme en fascisme beleven een onvermoede wedergeboorte en het beschaafde, weldenkende deel der natie kijkt wederom toe. Dat was indertijd ook zo, het koste De Tijd zijn ondergang, ze waren geëmancipeerd en vielen tussen de wal en het schip.

Over Rechts Jong Nederland en meer fraais: Nationale Veiligheidsbrigade (PDF). De naam Raymond de Roon is u zeker bekend.


De Tijd

8 november 1973

Voorzitter Nationale Veiligheidsbrigade: Nederlandse volk moet eindelijk wakker worden.
 Overheid bijstaan in bange dagen

interview door P. v.d. Eijk
 – van onze verslaggever.

 

Schermafdruk 2015-04-02 19.45.09Den Haag, 8 nov.- Op hetzelfde ogenblik dat zich in het huis van bewaring in Groningen dramatische tonelen afspelen en het leven gevaar loopt van gijzelaars en gedetineerden, die in uiterste wanhoop op een uitzichtloze manier verbetering van hun toestand proberen af te dwingen, zegt de heer Piet van der Linden, comfortabel gezeten in zijn welingerichte huiskamer aan de Anna Paulownastraat, onwetend nog van de gebeurtenissen elders, opgewekt: “Gevangenis? Ach meneer, voor velen is dat al lang geen straf meer. Het is er achter elkaar recreatie geblazen. Ze mogen televisie kijken of er wordt ‘s avonds een orkestje gehuurd of een goochelaartje. Menige gevangene zit liever daar dan thuis in een klein kamertje met een stel jengelende kinderen om zich heen. Als het eten en de stoelgang maar goed zijn zijn ze al lang tevreden. Dat verklaart misschien waarom velen in de misdaad terugvallen wanneer de straf om is. Ze willen er graag terug”.

De heer Van der Linden, nering drijvend in gehoorapparaten (GEHOORAPPARATEN) is de voorzitter van de nog maar enkele dagen bestaande Nationale Veiligheidsbrigade. Een organisatie die de zwijgende meerderheid wil opwekken paraat te zijn om de overheid straks bij te staan in bange dagen, die wellicht dichter bij zijn dan we denken. De heer Van der Linden vindt dat goedwillende burgers zich vertrouwd dienen te maken met het gebruik van vuurwapens om die beoogde hulp ook in daden te kunnen omzetten als het moet. Van der Linden acht de kans namelijk geenszins uitgesloten dat anarchisten, die hij nu nog weliswaar slechts incidenteel, maar wel degelijk systematisch, bezig ziet het gezag te ondermijnen, straks de kans schoon zien gewapenderhand naar de macht te grijpen. En dan wil Van der Linden met zijn wapenbroeders de straat op om zich als hulp bij het bevoegd gezag te melden.


Schermafdruk 2015-04-02 19.45.42

Parmantig.

Eerder eigenlijk ook wel om door “voorbeeldige geweldloze intimidatie” het bezit van burgers veilig te stellen, dat de laatste tijd steeds meer bedreigd wordt, bijvoorbeeld door krakers. “Wie zegt dat ze straks niet op het idee komen om in jachthavens luxe bootjes te gaan lek steken, zomaar voor de aardigheid” zegt hij inventief. “In dat soort gevallen willen wij de wacht betrekken, niet om hardhandig te gaan optreden maar om erger te voorkomen. Als wij er staan zullen belagers zich wel afgeschrikt voelen. Mochten ze toch tot de aanval overgaan dan slaan we natuurlijk wel terug. Maar het woord knokploeg wil ik nooit horen. Dat is zo decadent. Ik heb het woord zelf nooit in de mond gehad. Kwaadwillige journalisten maken dat ervan.”

De heer Van der Linden, 50 jaar, welbespraakt, met parmantige snor met omhooggerichte punten, vindt dat het Nederlandse volk eindelijk eens wakker moet worden om zijn vrijheid te verdedigen nu deze volgens hem steeds meer wordt uitgehold. Daarom ook dat hij grif reageerde op de oproep van een oud-commandostrijder en oorlogsveteraan, gedaan in De vrije pers, weekblad van de zwijgende meerderheid, geredigeerd door Max Lewin van Nieuw Rechts, om een “weerbaarheidskorps” op te richten. Ook Van der Linden zag de noodzaak daarvan al lang in want in het leger met zijn sabotagedaden en gezagsondermijnende publikaties heeft hij geen enkel vertrouwen. En enkele ervaringen met de politie stellen hem ook nauwelijks gerust over de weerbaarheid van de politie. Het is hem meer dan eens gebleken dat de politie bang is voor de onderwereld en niet durft in te grijpen. Zo is Van der Linden zelf onlangs op klaarlichte dag gemolesteerd door enkele “spierbalproleten” bij een verkeersruzietje. Ingehaald bij een stoplicht moest hij door het geopende raampje een vuistslag incasseren van de een terwijl een ander zich onledig hield met het in de vernieling schoppen van zijn autodeur. De aangifte heeft tot geen enkele actie van de politie geleid. “De politie is gewoon bang dat ze tot op het bureau toe de boel komen terroriseren. Dat is al eens gebeurd. Nu was dat van mij nog een betrekkelijk onbelangrijk geval. maar het betekent natuurlijk wel dat die kerels de volgende keer precies doen waar ze zin in hebben. Wie maakt ze wat?”


Viezerikken


De rechterlijke macht is een van de 1032 dingen waarover de heer Van der Linden niet te spreken is. Hij haalt enkele recente, zijns inziens veel te zachtaardige vonnissen aan en komt te spreken over het geding tegen de N.V.S.H. over de abortus-uitzending. “De rechter heeft gewoon tijd verspild door de partijen te horen. Zijn oordeel stond tevoren al vast” zo onthult hij. Ook is hij weinig gesticht door de N.V.S.H. “Het gaat allemaal onder het mom van voorlichting maar als u het mij vraagt beleven die viezerikken gewoon mondpret aan al die vuiligheid. Daarbij willen ze natuurlijk ook nog eens een keer provoceren. Nee, natuurlijk niet. Ik was niet verplicht om te kijken. Maar heb ik dan ‘n toestel gekocht om de knop om te draaien? Amusement willen we en geen vuiligheid of alsmaar politiek”.

Via zijn overtuiging komt dat door liederlijk gedrag van vele zwangere vrouwen – “dat rookt, drinkt en teelt maar door” – het aantal geestelijk onvolwaardige kinderen sterk stijgende is – “het zullen niet allemaal monsters van Frankenstein of Dracula’s worden, maar de kinderen krijgen een verminderde intelligentie, de statistieken erover durft men niet vrij te geven” – komen we toch weer op de Veiligheidsbrigade.

Medebestuurslid is de heer P. van Goch, wagenvoerder bij de Haagsche Tramweg Maatschappij, die door zijn werk regelmatig met vandalisme geconfronteerd wordt. Van der Linden vertelt: “Van Goch rijdt ‘s avonds laat met zijn tram naar Scheveningen. Op een bepaald traject legt de jeugd dan steeds weer ijzeren (………) op de rails om de tram te laten ontsporen. De politie is altijd te laat en zij zegt er weinig tegen te kunnen doen. De man heeft er nu ook genoeg van”.


Gefrustreerden


Het derde bestuurslid, de 19-jarige student R. de Roon heeft inmiddels al weer op gezag van zijn ouders moeten bedanken. De familie kreeg direct al een zekere Lodewijks aan de deur die volgens de heer Van der Linden lid is van een club van gefrustreerde oud-n.s.b.-ers. “De vader werd hierdoor zo van weerzin vervuld dat hij zijn zoon direkt verbood nog verder met ons in zee te gaan. Erg jammer want wij kennen die Lodewijks helemaal niet. Hij heeft niets met ons van doen. Hij heeft mij ook benaderd maar ik heb hem gezegd dat wij niets met hem te maken willen hebben”.
 Wat de vereniging gaat doen is eerst koninklijke goedkeuring aanvragen. Dan moeten de leden – “ik reken toch zeker op ‘n paar duizend man” – zich gaan aansluiten bij bestaande schietverenigingen om wapens te leren hanteren. Om, wanneer de burgeroorlog uitbreekt, zich te melden bij het bevoegde gezag.

De voorbereidingen van de coup ziet de heer Van der Linden om zich heen gebeuren. “De kabouters en hoe ze zich ook noemen proberen onze economie dol te draaien. Neem nu het geval met die rubbertegels. Ze hebben een rel ontketend omdat stenen tegels levensgevaarlijk zouden zijn in speeltuintjes. De overheid ging direct door de knieën en plaatste rubbertegels. Het gevaar blijft even groot want ze liggen in keiharde zandgrond. Wat ze wel bereikt hebben is dat de gemeenschap weer voor een miljoen gulden is ondermijnd. Ze werken niet en profiteren van de sociale voorzieningen. Dat kan geen gemeenschap opbrengen. Als de economie in elkaar stort slaan zij hun slag” zo voorziet de heer Van der Linden.

Voorts laat de heer Van der Linden nog weten voorstander te zijn van verplichte scholing en vorming voor de tallozen die met hun vrij tijd geen raad weten en zaterdags in kroegen rondhangen. “De mensen zouden over allerlei dingen heel anders gaan denken. Ze zijn te weinig onderlegd. Ze zouden tot veel verstandiger oordelen kunnen komen”

De heer Piet van der Linden heeft h.b.s.



Uitgelichte afbeelding: The Bystander, Engeland, 10 juli 1924 – bron

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.