Een postbode en een politicoloog over de stad

George Hendrik Breitner: Amsterdam




Vanmiddag heb ik me reuze vermaakt met een opstel. De auteur beval het in een voetnoot als volgt aan:

*) Een VU-econoom, en u weet hoe wetenschappelijk economen redeneren, wist te melden dat de Noord-Zuidlijn Amsterdam vijftigduizend banen zou opleveren. Waar wie hoe of wat deed er niet toe. Een ander prachtargument voor deze metrolijn: “een bankdirecteur stapt niet op de tram, die neemt de metro.” Daarom dus… (de bescheiden kerel verwijst naar zijn essay over het openbaar vervoer in Amsterdam).


Dit kreeg ik te zien:







Een essay op niveau, de scribent weet immers wie Montaigne is. Het essay is opgebouwd rond twee thema’s, schaalvergroting en schaalverkleining. Ik citeer maar even voor het gemak en de overzichtelijkheid:

 


Uit het volgende mag geciteerd worden, het zou leuk zijn als dit gebeurt met bronvermelding.

NAAR EEN GROENE BUS:
SCHAALVERGROTING
EN SCHAALVERKLEINING BIJ HET STEDELIJK OPENBAAR VERVOER IN AMSTERDAM

– door André de Raaij –
L’ère des voyages interplanétaires se traduit au niveau de la vie quotidienne par une immobilité croissante – Jacques Ellul, Le bluff technologique

Amsterdam, augustus 1997

Inhoudsopgave

A. Hoe door schaalvergroting openbaar vervoer zijn openbaarheid verloren heeft

1. Tweeëneenhalf kilometer of twee minuten
2. Kringlijn of lange lummel
3. Dan maar een eindje lopen
4. Bedoelde of onbedoelde gevolgen van schaalvergroting

B. Schaalverkleining om het openbaar karakter van het openbaar vervoer te herstellen

5. Graag gezien of voorondersteld
6. Een kleinere of andere schaal voor Amsterdams openbaar vervoer – bekeken per bedrijfstak van het GVB
a. Metro b. Veren c. Trams d. Bussen

Verantwoording

 

 

Die verantwoording is wel het mooiste van dit hele essay. Ook deze wil ik even citeren:

 


Verantwoording

Ik erken intellectuele schatplichtigheid aan onder vele anderen Jacques Ellul, Jane Jacobs, Eugen Rosenstock-Huessy, E.F. Schumacher en Paul Virilio. Nieuwsbronnen (onder andere wat betreft de wijsheden van economen en wethouders) waren hoofdzakelijk De Courant Nieuws van de Dag, Folia, Het Openbaar Vervoer, Het Parool en De Volkskrant.. Mondelinge bronnen binnen of aan de rand van het Gemeente Vervoerbedrijf zeg ik bij dezen dank; misschien weet u dat u bedoeld wordt, misschien niet.

Van de vele geraadpleegde literatuur noem ik kortheidshalve slechts:
– Erop of eronder – Rapport van de Commissie van Onderzoek Gemeentevervoerbedrijf. Amsterdam, 1997
– P.H. Kiers & J.H. Stork, De geschiedenis van de Amsterdamse elektrische tramlijnen. Rotterdam, 1974.
– C. van Mechelen, 70 jaar elektrische tram in Amsterdam. Rotterdam, 1972.
– M. Ockeloen, Railvervoer in Nederland 1972-1997. Haarlem, 1997.
– J.M. Ossewaarde, Op ander spoor – een overheidsbedrijf op weg naar de toekomst. [Amsterdam, 1988].
– T. Sanders, Een nieuw tramwegnet voor Amsterdam en omstreken. Amsterdam, 1885.
– T. Sanders, Het nieuwe tramwegnet in verband met het te verwachten vervoer en de rentabiliteit . Amsterdam, 1886.

 


Wat valt er in het essay te lezen? Laat ik het met een woord samenvatten, lulkoek. Grappige lulkoek van iemand met veel huisvlijt, toegesneden op de belangstelling van de chauvinistische Amsterdammer en tramliefhebber. De auteur wordt niet geremd door zijn gebrek aan kennis over stedelijke ontwikkelingen, hij heeft het lef de naam Paul Virilio te noemen en uiteraard vermeld hij Jane Jacobs, geliefd bij mensen die het ook niet begrijpen. Namen, vermoed ik, ingefluisterd door zijn klankbord, God betert het, Roel van Duijn. En dan zijn we weer terug bij af.

Hoogdravende kopjes bij de twee hoofdstukken die op geen enkele wijze verantwoord worden, vlaggen op een modderschuit. Lees die woordenbrij eens, zou ik u willen aanraden, van deze man door mij gedoopt als Bommelding Kluftje. Hij maakt die betiteling meer dan waar.


Een jaar na de kennismaking: oktober 2013




Waarom er aandacht aan besteed? Deze man riep mij op het matje bij onze kennismaking, waarover weet ik nog steeds niet, met de woorden: “Jou moet ik straks nog spreken.” De taal van een onbeschaafd en onbeschoft individu. Hij blijkt een persoon te zijn die iedereen ter verantwoording denkt te kunnen roepen die afwijkt van de door hem omarmde en verinnerlijkte waarden. 


Tussen deze twee is beslist sprake van zielsverwantschap.
Mensen woorden in de mond leggen die ze nooit of te
nimmer gezegd (kunnen) hebben hoort tot hun repertoire.
augustus 2013




De normen die hij hanteert doen een ieder die openstaat voor andere mensen en hun leefwijze gruwen. Deze heten in zijn ogen een stuk vreten te zijn, dement, geniepige homo, genocideman, tuig van de richel, domme gnoom, psychopaat, pedofiel, smeerpijp, gestoord, relschopper, bedreiger met een knokploeg, kinderbedreiger, AIVD-mannetje, een stem uit het gesticht… 

Ach, de man kan niet lezen, kan niets begrijpen dat buiten zijn denkraam valt. Kan geen verbanden leggen. In een woord maar weer: een vreselijke man. 

Dit kom ik tegen, nu ik die oude screenshots bekijk. Het is o zo onnozel maar o zo illustratief. Het is gebaseerd op het geraaskal van Eveline:

“Verrücktes Hähnchen vindt nu dat Maastricht maar Duits moet zijn. Ooit was het zo goed als Franstalig. Is te moeilijk.” (22-8-13) Verrückt, mij zult u het niet horen zeggen, maar ik denk wel er het mijne van. Onbeschoft als een ware Bataaf is die man zeker. Niets zal over Tibaert verborgen blijven zegt zijn kameraad, die metro-wethouder namens (beter: ondanks) de PSP. 

Nog een tweet van die man vandaag:


 


De conclusie van het betreffende stukje:

Gezien de peilingen lijkt het erop dat dit deze verklikkers-maatschappij (welke steeds angstaanjagender vormen krijgt) iets is dat velen willen maar ik heb liever een maatschappij waar radicaliserende (hier is het zonneklaar duidelijk dat het met sommigen van kwaad tot erger gaat) dwaallichten met ideeën als die van (…) liefdevol worden opgevangen door aardige meneren en mevrouwen in witte jassen die hen met zachte hand en gerichte therapie verlossen van hun onwelriekende fantasietjes.


De bewuste naam heb ik weggelaten. Vult u zelf maar eentje in… Sjaakie, André, Eveline, Huib of van iemand van wie u denkt dat hij/zij voor een dergelijke therapie in aanmerking komt. Bij mij scoren die vier zeer hoog.

En die postbode? Dat was een man die zich een veertigtal jaren geleden in Maastricht druk maakte over en zich verdiepte in de plannenmakerij van de gemeente. Vele ingezonden stukken in de krant waren het gevolg en bezwaarschriften als plannen ter visie lagen. Een eenvoudige man, met het hart op de goeie plaats. Aan hem moest ik terugdenken toen ik dat “essay” van Kluftje las… Zijn bijdragen waren hoe dan ook zinvol, die van Kluftje hoort in een rariteitenkabinet thuis.
 




Uitgelichte foto: bron onbekend

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.