William Johnson: Moon Over Harlem (1944)
Vernederen, ontmenselijken, geweld in zijn unieke menselijke vorm als pure wreedheid. In het laatste nummer van Lettre valt een uitvoerige beschouwing van Marcel Hénaff (filosoof en antropoloog) over het thema wreedheid te lezen. Hier de inleidende alinea om een indruk te geven hoe dit veelomvattende thema behandeld wordt.
Wreedheid strekt zich uit, zo lees ik, van het brengen van mensenoffers als bij de Azteken, via openbare terechtstellingen, denk aan de pogroms in Europa en de lynch moorden van de Ku Kux Klan, tot individuele wreedheid met of zonder daadwerkelijk fysiek ingrijpen, wreedheid als individuele pathologie. Breivik. Hoe is deze te verklaren? Meer in het algemeen, hoe kan het zijn dat een diersoort die geen andere meer tot bedreiging had, haar agressiviteit, evolutionair gezien, tegen de eigen soort ging richten? Een mogelijke verklaring wordt geopperd in analogie aan Lorenz is te vinden bij ons denkvermogen en de taal. Ik citeer:
Der Erwerb der Wortsprache schafft eine neue Distanz zwischen den Menschen und seiner Welt. Die Rede von einem Selbstbewußtsein läuft Gefahr, nur eine Tautologie zu sein. Alle großen Begründer der Linguistik oder der Semiotik haben diesen Bruch hervorgehoben (C.S. Peirce, F. de Saussure, L. Bloomfield. K. Bühler, L. Hjelmslev, R. Jakobson): Die Wortsprache bewirkt die Existenz einer Welt in ihrer Abwesenheit; sie installiert eine neue Realität. Das haben zahlreiche Theoretiker auf vielerlei Weise erklärt. Die Formulierung Karl Bühler interessiert uns hier insofern, als dieser Autor innerhalb der menschlichen Sprache drei Grundfunktionen unterscheidet: Ausdruck, Appell und Darstellung. Die beiden zuerst genannten Funktionen (Erlebnisse übermitteln, einen Empfänger anregen) sind den meisten Kommunikationsformen bei Tieren und insbesondere bei Säugetieren gemeinsam.
Het kunnen uitbeelden, het kunnen voorstellen, dat maakt de menselijke taal bijzonder. Ze kan alles mogelijke op schijnbaar onbegrensde wijze uitdrukking verlenen hetgeen zich in onze hersenen afspeelt. Ongekende mogelijkheden kwamen hierdoor vrij. Frappant en hier niet los van te zien is de lange kindertijd bij de mens met ontdekken, nieuwsgierigheid en leren, processen die aanhouden tijdens de volwassenheid. Een mens is nooit af, zou je kunnen stellen. Daarbij is wezenlijk dat zijn aanpassingsvermogen enorm is en daardoor niet meer specifiek aan een omgeving gebonden is.
Nu komt het merkwaardige, wederom in analogie met Lorenz. Ik citeer:
Ohne provozieren oder übertreiben zu wollen, kann man sagen: Das so beschriebene Exemplar des Menschen ähnelt auf seltsame Weise der Figur des modernen Libertins. Lorenz selbst hatte angemerkt, daß die “tierischen” Merkmale (Hypersexualität, Gefräßigkeit, Brutalität), die für gewöhnlich dem wilden Menschen zugeschrieben werden, im Gegenteil der Figur des seßhaften Menschen und nur ihr zugeschrieben werden müssen. Wir haben es hier mit einer bemerkenswerten Konfiguration zu tun, die folgendes kombiniert: eine erfinderische und Artefakte herstellende Intelligenz; eine Sexualität, die vom alleinigen Zweck der Reproduktion des Lebens entkoppelt und nicht mehr auf seltene Phasen beschränkt ist; schließlich eine quasi intakte Aggressivität, der jedoch jene Hemmungen fehlen, die in der wilden Existenzform erfunden worden waren. Hier sind alle Ingredienzien beisammen, die bei dem mit artikulierter Wortsprache begabten Wesen zu einem Typus der Gewalt führen, der bei den anderen Tierarten unbekannt sind.
Over gevoel en wederkerigheid zou ik het nog moeten hebben en over het conflict als opvoeder. Mogelijk een ander maal. Nog vele malen beter, koop dit tijdschrift. Via internet kunt u het niet lezen. Slechts dit ene artikel al geeft genoeg stof om eens met een andere blik naar bijvoorbeeld die “sociale media” te kijken. De daar getoonde agressiviteit komen we in het dagelijkse leven normaliter gelukkig (nog) niet tegen. Waarom juist in de virtuele wel?
Uitgelichte afbeelding: William Johnson – bron
Ingevoegde afbeelding en citaten: © Lettre international