Democratie is mooi, maar ook taai

Franco Fontana: New York



Leo Lewin

WAT IK TEGEN DE PVV EN NOG MEER TEGEN FVD HEB


Over de persoon van Thierry Baudet hoeven we niet lang te praten. Sympathieën en antipathieën tegen personen zijn persoonlijk, dus subjectief. Ik vind hem een ijdele man, een poseur. De wijze waarop hij over vrouwen geschreven en gesproken heeft is stuitend. Zijn instelling blijkt ook uit zijn nonchalance tegenover de regels en usances zoals die gelden in de Tweede Kamer. Maar liever dan over Thierry Baudet wil ik het hebben over de ideeën, je kunt ook zeggen de ideologie die ik hem toeschrijf en die naar mijn mening doorklinkt in alles wat hij zegt en doet. Voordat ik dat doe een lange inleiding over Nederland en over antidemocratische tendensen in het algemeen.

Nederland kent een representatieve democratie, een parlementaire democratie. De bevolking kiest volksvertegenwoordigers die belast zijn met medewetgeving en controle van de regering. Die regering wordt gevormd door middel van een proces dat erop gericht is een ministersploeg te verkrijgen die het vertrouwen van de Tweede Kamer geniet en die in staat en bereid is een zoveel mogelijk vooraf geformuleerd, consistent beleid te voeren. Eenheid van kabinetsbeleid is een hoeksteen van dat stelsel. De materiële democratie kent verder als bouwstenen onder meer onafhankelijke rechtspraak, vrije media, vrijheid van informatiegaring en vrijheid van meningsuiting. Ook de overheid is gebonden door het geldende recht en kan daaraan door de rechter gehouden worden. Op grond van dit alles kun je Nederland een vrije democratische rechtsstaat noemen.

Nederland kent een open samenleving. De samenstelling van de Nederlandse bevolking verandert voortdurend door immigratie en emigratie. Dat proces is al vele eeuwen, ja vele millennia, gaande. Ook om die reden berust een begrip als Het Nederlandse Volk, als ware dat een statische entiteit, niet op feiten.

Democratie is mooi, maar ook taai. Nederland is een land van minderheden. Nederlanders zijn het over weinig zaken met elkaar eens en over afzonderlijke onderwerpen lopen de scheidslijnen verschillend. Besluitvorming komt tot stand na veel discussie en overleg en het resultaat zal maar zelden veel mensen volledig bevredigen. Erg efficiënt is het allemaal niet. Maar Nederlanders hebben geleerd daarmee te leven. Politiek is het middel dat ons in staat stelt het vreedzaam oneens te zijn, heb ik van Paul Frissen geleerd.

De Franse schrijver Jean-François Revel heeft een boek geschreven met als titel: la tentation totalitaire (1976), Nederlandse vertaling: de totalitaire verleiding. Als je idealen hebt, ideeën over hoe het beter kan met je land of met de wereld, dan is het frustrerend dat je steeds weer oploopt tegen het onvermogen of de onwil van je medemensen de juistheid daarvan in te zien. Als jouw ideeën veel beter zijn dan die van je tegenstanders, waarom zou je er dan in berusten dat ze worden verworpen? Als het belang van Het Volk op het spel staat, waarom moet dat volk dan de kans krijgen zijn eigen belangen te schaden? Als wat moet niet goedschiks lukt, waarom dan niet kwaadschiks? Je kunt geen omelet maken zonder eieren te breken. Waar gehakt wordt vallen spaanders.

Een klein beetje totalitaire verleiding herken of vermoed ik bij de meeste politieke partijen. Ook bij sociaaldemocraten en christendemocraten. Maar de democratische gezindheid is bij hen sterk genoeg om de verleiding te weerstaan. Iets van dat ‘je wil opleggen’ zie je in sommige gemeentes waar één partij de meerderheid heeft. Alleen bij liberale partijen zie ik die neiging niet. Daarom zal ik altijd liberaal stemmen.

In de twintigste eeuw waren er twee grote ideologische complexen waarbinnen de totalitaire verleiding de overhand kreeg, één links (het communisme) en één rechts (fascisme en nazisme). Beide zijn in die eeuw overwonnen. Maar ideologieën sterven niet zo gemakkelijk, ze kunnen gemakkelijk weer de kop opsteken. In deze tijd en in dit deel van de wereld komt de bedreiging weer helemaal van extreem rechts.

In Rusland is Poetin boven komen drijven uit de half-democratische wanorde die volgde op de val van het communisme. In zijn bewind herken je elementen als nationalisme, expansionisme, autoritarisme, militarisme. Erdoğan volgt in Turkije een dergelijke koers, met de islam als toegevoegd ingrediënt. Orbán in Hongarije en Kaczyński in Polen doen vergelijkbare dingen, altijd mutatis mutandis, met inachtneming van de bijzondere omstandigheden en kenmerken van het eigen land. Een streven de eigen bevolking zoveel mogelijk ‘zuiver’ te houden, etnisch (voor zover dat woord iets betekent) en cultureel/religieus, is meestal ook een element van het beleid.

De campagne van Nigel Farage om Groot-Brittannië uit de EU te halen berustte op Brits nationalisme en Britse superioriteitswaan. Vreemdelingenhaat speelde een grote rol. Het zal Donald Trump in Amerika waarschijnlijk niet lukken, met zijn slogan ‘America First’ en zijn strijd tegen de media, de vrijheid en democratie in de Verenigde Staten om zeep te helpen. Maar hij doet zijn best. Marine le Pen is gelukkig geen president van Frankrijk geworden.

Mensen als Wilders en Baudet hebben veel begrip en waardering voor alle genoemde rechts-autoritaire, nationalistische leiders. Wilders spreekt over een ‘nepparlement’, maar hij blijft een rasechte parlementariër. Zijn xenofobie en haat tegen de islam worden door Baudet gedeeld. Ook de afkeer van de Europese integratie en het gebrek aan respect voor de rechtsstaat hebben ze gemeen. PVV en FvD hebben gestemd voor een motie die het kabinet opriep bindende richtlijnen van de Europese Unie naast zich neer te leggen en voor Nederland niet te implementeren. Beide partijen willen de grenzen sluiten voor vluchtelingen en/of voor moslims.

Maar Baudet gaat verder. Hij valt de parlementaire democratie frontaal aan. Hij streeft naar een regering van deskundigen, die per onderwerp opdrachten van de Tweede Kamer moeten uitvoeren. Een onzinnige gedachte: je krijgt onvermijdelijk een volstrekt verbrokkeld beleid. Van een regering die met één mond spreekt en die een consistent beleid voert is geen sprake meer. Tegelijkertijd spreekt hij over ‘het partijkartel’. Alle oudere gevestigde partijen zijn eigenlijk één pot nat, hun tegenstellingen zijn gespeeld, ze vormen een oligarchie. Onze democratie is een schijn-democratie. Ons stelsel is verouderd, verkalkt, uit de tijd, het moet opgeblazen worden. Besluiten van regering en parlement moeten aan ‘het volk’ ter vernietiging worden voorgelegd.

Referenda zijn in het algemeen een geliefd wapen in de handen van autoritaire leiders. Ik sta hier namens het volk, zei Wilders tegen de rechtbank. Baudet wil ook dolgraag leiding geven aan het volk. Rechters, media, wie niet vóór me is, is tegen me. Wie tegen me is, is tegen het volk, is een verrader. Trump is al ongeveer zo ver.

Wilders geeft leiding aan een eenmanspartij. De volksvertegenwoordigers van de PVV moeten trouw zijn aan Wilders. Baudet daarentegen bouwt aan een beweging. Forum voor Democratie doet enthousiast en met succes aan ledenwerving. FvD heeft een actieve jongerenbeweging opgericht. Baudet werkt aan een machtsbasis.

Ik vind de ontwikkeling doodeng. Ik kan alleen maar hopen dat FvD nooit meer dan een kleine minderheid van de bevolking zal kunnen mobiliseren. Maar inmiddels vergiftigt het de samenleving.

Terzijde: ook Marianne Thieme heeft gepleit voor een kabinet van deskundigen. Ook bij de Partij voor de Dieren is de democratie niet veilig.


bron: 3rd Jul 2017 from TwitLonger

Uitgelicht: Franco Fontana – bron

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.