Prehistorische schildering in de grotten van Cogul in de provincie Lerida, Spanje
jur kuipers
Hoe onze prehistorische soortgenoten (en voorouders) dachten en voelden is moeilijk meer na te gaan.
De “grotkunst” die achtergelaten is duidt erop dat de dieren om hen heen belangrijk waren voor hun belevingswereld.
In een fascinerend essay (onderstaand) beschrijft Barbara Ehrenreich hoe dieren op de wanden van de grotten veelal figuratief werden afgebeeld terwijl de mensen daarin meestal slechts als gezichtsloze “poppetjes” figureren.
Wat de reden daarvan is heeft geleid tot interessante speculaties, immers; gezien de artistieke vaardigheden van de “grotkunstenaars” was het best mogelijk geweest mensen natuurgetrouwer weer te geven.
Het lijkt erop dat de mensen in de steentijd zichzelf niet centraal stelden, iets wat wij ons in onze “antropocentrische wereld” amper meer voor kunnen stellen.
Is er een les te trekken uit wat de grotschilderingen ons nu nog laten zien?
Hoop dat er meer zullen zijn die het stuk van Ehrenreich net als mij tot nadenken zal stemmen.
Waarom laten de grotschilders in de Steentijd niets van zichzelf zien?
Het artikel:
HIER ZIJN WIJ, WEZENS ZOALS JULLIE
Foto’s: © JMN / Getty Images – © World History Archive / Alamy Stock Photo – © Heritage Images / Getty Images