Wachten…

Teobert Maler: Ruins at Mitla, Oaxaca, México (1875)



Joachim Wilbers

 

  Op wie, of wat?

  • Weet ik niet. Is dat belangrijk?
  • Je weet toch op wie je wacht?
  • Nee
  • Dat is belachelijk
  • Vind je? waarom?
  • Je gaat toch niet ergens staan wachten op niks
  • Ik wacht niet op niks
  • Waarop dan?
  • Op… Dat weet ik niet. Ik bezag hem verbijsterd. Hij was geen dromer, maar juist het tegendeel; nuchter, bedaard en nu dit. Het deed denken aan ‘Wachten op Godot’, maar zelfs daarop wachtte hij niet.
  • Ga je mee?
  • Nee, ik wacht. Ik wees naar het terras. Daar kun je ook wachten, onder het genot van een kop koffie
  • Nee, ik wacht hier
  • Waarom?
  • Omdat het moet
  • Van wie?
  • Van mezelf natuurlijk
  • Waarom natuurlijk?
  • Omdat niemand het mij gevraagd heeft
  • Maar je wacht toch
  • Zeker

Ik gaf op, liep naar de overkant en nam plaats op het terras vanwaar ik hem onder het genot van koffie met een cognac, bestudeerde.

Wat opviel was dat hij inderdaad wachtte. Je kon het niet anders interpreteren. Hij stond daar niet zomaar, maar wachtte, keek zo nu en dan op zijn horloge, zette een stapje naar rechts en tuurde in die richting of hij iemand of iets verwachtte. Hij lette niet op mij, keek niet eenmaal in mijn richting. Al zijn aandacht gold het wachten en toch had ik niet het gevoel dat hij rijp was voor een psychiatrische inrichting. Daarvoor was hij te geobsedeerd; meer als de kunstenaar die broedt op zijn nieuwste werk, of de schrijver, dubbend over een lastig te formuleren hoofdstuk. Wachtend op inspiratie. 

Dat was het! Nu wist ik het en het was een hele opluchting te weten dat hij daar niet zomaar stond, dat zijn wachten een reden had; een nobele reden nog wel.

Ik stak opnieuw de straat over en feliciteerde hem.

  • Waarmee?
  • Met je wachten
  • Dank je
  • Nu begrijp ik het
  • Wat?
  • Waarom je wacht
  • Oh ja? Waarom dan?
  • Op inspiratie
  • Niet
  • Nee?
  • Natuurlijk niet. Waarom zou ik op inspiratie wachten? Waarvoor?
  • Voor een van je grootse daden
  • Ik heb geen grootse daden
  • Onderschat jezelf niet. Iedereen kan grootse daden verrichten
  • Ik niet
  • Dat weet je niet, reageerde ik geïrriteerd, maar daarop wacht je dus niet
  • Nee
  • Jammer
  • Waarom?
  • Dan had ik jouw wachten voor mezelf kunnen verklaren
  • Je hoeft het niet voor jezelf te verklaren. Het is mijn wachten en heeft met jou niks te maken. Waarom moet het altijd over jou gaan? Dit is van mij en van mij alleen. Ga weg!
  • Begrijp ik het goed, stuur je me weg?
  • Ja
  • Voorgoed? Hij knikte en ik voelde dat hij het meende. Hij wilde mij er niet bij hebben, bij zijn wachten, waarom ik vertrok

Veel later begreep ik dat op het moment dat ik vertrok, zijn wachten eindigde. Daarop had hij gewacht; op mijn vertrek…


Uitgelichte foto: bron

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.