Mikhail Klodt: “Sonya and Ekaterina Ivanovna” (1894)
Illustration for Fyodor Dostoevsky’s novel “Crime and Punishment”
Joachim Wilbers
Zo werd hij genoemd, omdat hij alles opzoog. Als kind al, elk woord, elk gebaar en hij was zeer goed in reproduceren, tot en met het stemgeluid en intonatie. Hij had bij een circus kunnen gaan, of optreden voor tv, of in het theater, maar niets van dat al.
Hij was zonder beroep, dwarrelde door het leven zonder doel. Zo dacht men tenminste; een lanterfant. Hoe hij zijn levensonderhoud bekostigde werd niet geweten. Behalve zijn opslorpend vermogen was hij een volkomen raadsel voor zijn omgeving; een mysterie waarmee de spot werd gedreven, maar dat vooral angst aanjoeg.
Een onbestemde angst. Niemand kon zeggen waarom. Zijn aanwezigheid veroorzaakte onbehagen zodra hij werd gesignaleerd. Een rustige, zorgeloze dag veranderde wanneer Emile verscheen, leek het of de zon zich achter de wolken terugtrok, of de winter inviel, zo plotseling en kil dat iedereen huiverde, zelfs mensen die hem niet kenden. Dat was wat Emile teweegbracht.
Het scheen hem niet te deren. Hij scheen zichzelf niet te deren, noch bewust te zijn wat hij bij anderen aanrichtte. Hij ging zijn gang, luisterde en keek en zoog in zich op om te reproduceren. Dat was zijn missie, of althans; daar leek het op omdat hij voor niets anders interesse toonde.
Je zag hem vaak op het terras van het enige lokaal in het dorp. Teruggetrokken en stil in een hoekje, waar ieder ander niet zou zijn opgevallen, domineerde hij met zijn observaties, zijn aandacht voor het meest onbenullige, uit lust om te herhalen, maar voor wie eigenlijk?
Zijn slachtoffers hadden liever dat hij verdween om nooit terug te keren. Zij vormden geen publiek. Ze lieten hem met zijn imitaties, maar schonken er de minste aandacht aan, waardoor hijzelf zijn enige publiek vormde, dus waarom? Puur uit lust om te reproduceren, zichzelf bewijzen dat het kon?
Daarin was hij zo bedreven dat, als je hem niet zag, je ervan overtuigd was dat een van de anderen sprak, degene die hij imiteerde was niet van hem te onderscheiden. Het zou op de lachspieren werken als niet iedereen zich onbehaaglijk voelde en zich ergerde, terwijl angst aan hun ingewanden knaagde. Dat was precies waarom ze hem lieten, niemand er wat van zei, of protesteerde. Hij veroorzaakte bijgeloof onder de dorpsbewoners, als een zwarte magiër die hen allemaal in kippen of konijnen kon veranderen als ze hem dwarsboomden.
Toch vond iemand de moed, want op een dag werd zijn levenloze lichaam gevonden. Iemand had hem van het leven beroofd. Blijkbaar was Emile te ver gegaan, dat werd tenminste aangenomen. Vast iemand van buiten, want het werd al snel duidelijk dat niemand van de dorpelingen het kon hebben gedaan.
Emile werd niet in het dorp gevonden, maar een eind daarbuiten op een pad tussen de velden en het vreemde was dat een even verderop nog een lijk werd ontdekt dat dezelfde kenmerken vertoonde. Ze waren beiden op eendere wijze om het leven gebracht.
De inspecteurs stonden voor een raadsel. Om te beginnen kenden ze het dorpsleven niet. Zij waren erbij gehaald, kwamen uit de stad, want in het dorp was nooit iets voorgevallen dat politionele inmenging vereiste. Het was het rustigste dorp dat je je kunt voorstellen en behalve Emile viel er niets te beleven.
Dat andere slachtoffer was onbekend. Niemand had hem ooit gezien. Hij was van dezelfde grootte, gewicht en postuur als Emile. Het zouden tweelingbroers kunnen zijn, maar iedereen in het dorp wist dat Emile enig kind was.
Zijn ouders waren lang geleden gestorven. Hij had kind noch kraai en leefde in de schaapskooi van zijn vader. Hij had nooit het huis betrokken dat sinds hun overlijden leeg stond.
Waarschijnlijk was hij op weg naar zijn onderkomen toen het gebeurde, maar wat was er eigenlijk gebeurd?
Al snel kwam vast te staan dat het andere lijk als eerste om het leven was gebracht. De verwondingen waren zo vreemd dat zelfs de ervaren rechercheurs, die toch al heel wat hadden gezien, er geen raad mee wisten, alsof er een onbekend wapen in het spel was; scherp en breed, een korte gebogen vorm.
Autopsie wees uit dat het een hoorn moest zijn geweest, waarschijnlijk van een stier en toen men de mannelijke runderen onderzocht vond men inderdaad bloed bij een van hen.
Was het een ongeluk, twee tegelijk nog wel, want de stier in kwestie stond niet als agressief bekend, het was een vreedzaam dier dat zich met gemak liet verjagen en zelfs na twee mensen te hebben gedood vertoonde het geen aanvallend gedrag. Het week zelfs naar achteren toen ze het benaderde. Wat was er in vredesnaam gebeurd?
Het werd nooit opgehelderd, als tweevoudig ongeluk geclassificeerd, maar dat betwijfel ik. Ik denk dat de onbekende de stier provoceerde tot het dier geen andere keus had dan zich te weren en het slachtoffer dodelijk verwonde.
Emile was getuige, misschien ongewild, maar zijn onbedwingbare drang tot kopiëren, noopte hem hetzelfde te doen, met eender gevolg. Het einde van een groots imitator, in het harnas gestorven.
Uitgelicht: bron