Hellend vlak

Oleg Yarunin: Friends (2014)



Joachim Wilbers

 

Het was niet altijd hellend geweest. Ooit was het vlak vlak, maar dat was er niet meer aan te zien. Het helde steeds meer. Zoals de toren van Pisa steeds schever komt te staan, zo helde dit vlak tot je er al vanaf gleed, wanneer je het alleen maar durfde naderen en dat was precies de reden dat iedereen het hellend vlak meed.

Toch was dat flauwekul, want ze roetsjten wel van de glijbaan en als aan het eind van het vlak iets was geweest dat, laten we zeggen, dodelijk was…, maar dat was niet zo; het vlak helde nergens heen.

Eigenlijk was het een saai vlak, misschien daarom, want waarom zou je glijden als het nergens toe leidt? Het was wellicht daarom dat het vlak in de weg zat. Je kon er niks mee, het nam ruimte in die beter kon worden gebruikt. Om woningen te bouwen, bijvoorbeeld, of een asielcentrum, desnoods een kippenren, maar om dat vlak daar werkeloos te laten was onzin en verspilling. Zomaar hellend om het vlak had geen enkele zin, waarom werd besloten het vlak af te breken.

Goed plan, maar gemakkelijker bedacht dan uitgevoerd, want hoe pak je zoiets aan? Zoals gezegd hoefde je maar in de buurt te komen en je lag beneden. Dat gold niet alleen de argeloze wandelaar, maar alles, zodat afbraakmachines zich al gauw aan de voet ophoopten.

Niet alleen ophoopten. Doordat de zware machinerie op elkaar knalden was ze voorgoed onbruikbaar, verfomfaaid, gekreukt… Je kon nog geen bulldozer van een hoogwerker onderscheiden, zo zat het in elkaar geklonken. Een dure operatie zonder resultaat. Wat moesten ze met dat verdomde onwillige vlak?

“Kunnen we niet…?” Het ene voorstel na het andere werd verworpen, als onuitvoerbaar afgedaan, terwijl er best aardige ideeën bij waren, zoals een hellende tuin bijvoorbeeld, maar een tuin heeft ook geen echte functie. Die is vooral voor het ‘mooi’, meenden de initiatiefnemers, en aangezien je, vanwege dat hellende, niet eens in deze tuin kon zitten…

Iemand kwam op het idee van een wedstrijd. “We plaatsen een landelijke oproep en zien wel wat de reacties zijn, of het uitvoerbaar is en zinnig. De beste inzending wordt gehonoreerd.”

De voorstellen stroomden binnen. Het ene nog dwazer dan het andere. “Zet het op zijn kop”, schreef iemand, “wals het plat”, een ander.

Het hielp allemaal niets. Ze zaten nu eenmaal met dat vlak dat steeds meer helde en dus kwam Joost op het idee er een toeristische attractie van te maken. “Waarom zou, wat in Pisa is gelukt, hier niet werken? Het is dan wel geen toren en je kunt het ook niet als kunst verkopen, maar een onwillig hellend vlak heeft niemand. Dat is uniek.”

Het bleek de gouden vondst. Excursies werden georganiseerd en er werd zelfs een houten toren gebouwd zodat je vanop afstand het vlak van boven kon bewonderen. Nu had het vlak een functie, want het leverde op. Busladingen vol maakten hun opwachting en verdrongen zich om een glimp op te vangen van het hellend vlak, zodat ze thuis konden vertellen dat ze er waren geweest en het vlak met eigen ogen hadden aanschouwd, met als bewijs de foto’s en films die ze mee terugbrachten.

Het vlak verwierf een mythische status en voelde zich er goed bij. Eindelijk werd het gewaardeerd en het groeide, helde steeds trotser, blies zichzelf op van verwaandheid, ingenomen met zijn reputatie, maar dat was ook niet goed.

Het verbrokkelde onder zijn eigendunk, desintegreerde meer en meer, tot het implodeerde en in gruzelementen ter aarde stortte. Dat betekende het einde van het hellend vlak. Het raakte snel in vergetelheid en dat is de reden waarom niemand ooit van het hellend vlak heeft gehoord. Vergeten en onbemind, tot stof vergaan, kreeg het niet eens een plek in het plaatselijk geschiedenisboek en dat kwam vooral omdat het vlak hen iets had ontnomen; de lucratieve revenuen die de toeristen brachten.


Uitgelichte foto: bron

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.