Het kapitalisme wordt gedreven door instincten

Michael Sidofsky: Dark days in New York City


 

INTERVIEW SUSAN GEORGE

Stan van Houcke

 

“Het is een groot probleem voor het kapitalisme dat een groeiend aantal mensen volstrekt overtollig is. Ze zijn niet nuttig voor de productie en ook niet voor de consumptie, want ze produceren en consumeren niets bruikbaars voor het systeem. En het marxistisch idee dat het kapitalisme altijd een reserveleger arbeiders nodig heeft, wordt ronduit absurd wanneer het om miljarden individuen gaat. Deze mensen zijn in feite een blok aan het been, want ook al horen ze er niet bij, ze creëren wel ecologische, sociale, en politieke problemen in al die lage lonenlanden waarin grote concerns investeren. Dus heb je twee keuzes: of je verandert het systeem zodat ook de overtolligen erin opgenomen worden, of je zoekt naar manieren om de bestaande wereld beheersbaarder te maken. Aangezien de kloof tussen arm en rijk groeit en steeds meer mensen uitgestoten worden, ook hier in het rijke Westen, blijft alleen keuze twee over. In ‘Het Lugano Rapport’ beschrijf ik hoe het probleem van de overtolligen in de jaren zeventig van de vorige eeuw nog beheersbaar was, toen de wereldbevolking ongeveer vier miljard mensen telde. Wil de vrije markt zich ongestoord blijven ontplooien dan zullen er dus drastische maatregelen moeten worden getroffen. Het kapitalisme loopt het gevaar dat de armen op den duur in opstand komen. Nu al krijgen de concerns in toenemende mate de schuld voor de kwalen van de wereld. Die ontwikkeling beschrijf ik in mijn boek op een allegorische en satirische manier om duidelijk te maken wat er eigenlijk al aan het gebeuren is zonder dat er sprake is van een of ander complot. Dat hoeft niet, ook zonder een daadwerkelijk complot zijn de armen in de wereld afgeschreven. Zolang men de situatie laat voortbestaan blijven miljarden mensen gemarginaliseerd en daarmee vatbaar voor allerlei ziekten, het aantal hongerigen neemt toe, aids verspreidt zich almaar. Daarvoor hoeft men geen extra maatregelen te nemen. De Bevolkingsreducerende Strategieën waarbij men bestaande ziektes laat voortwoekeren, zullen in de toekomst de bevolkingen in de derde wereld decimeren. Ik zeg niet dat die strategieën bewust worden toegepast, nog niet in elk geval, maar je ziet bijvoorbeeld wel dat aids niet werkelijk bestreden wordt. Omdat het vooral de armen treft die onbelangrijk zijn, laat men de natuur haar beloop. De Verenigde Staten werd gedwongen te beloven vele miljarden te besteden aan de bestrijding ervan, maar het gebeurt gewoonweg niet zoals iedere ingewijde weet. Een ander voorbeeld is het wereldwijd steeds schaarser worden van zoet water. Al meer dan een miljard mensen heeft geen zuiver drinkwater, en dat aantal stijgt de komende jaren dramatisch waardoor het aantal slachtoffers van ziektes explosief zal blijven toenemen. Ook aan dat probleem wordt niet echt serieus gewerkt. En dan de klimaatsverandering als gevolg van de toenemende milieuverontreiniging. Voorjaar 2005 werd het Millennium Ecosystem Assessment bekend gemaakt, waaraan 1300 wetenschappers uit 95 landen vier jaar lang werkten, het grootste onderzoek ooit naar de toestand van de aarde. Kofi Annan vatte het perfect samen toen hij zei dat de studie aantoont hoe menselijke activiteiten de aarde verwoesten en hoe we de biodiversiteit, de basis van al het leven, op grote schaal vernietigen. Het zijn de armen die als eersten de klappen opvangen, omdat ze geen geld hebben om de allerergste gevolgen op te vangen. Ook de wereldwijde milieuvernietiging wordt niet echt aangepakt. Integendeel, de verwoesting neemt toe. Intussen weigert president Bush zijn standpunt over Kyoto te veranderen, omdat het verdrag ‘de Amerikaanse economie te gronde’ zou richten. Hij heeft nog gelijk ook. Die economie kan alleen bestaan door de vernietiging van de natuur en zo blijft de Verenigde Staten de grootste milieuvervuiler die een kwart van alle broeikasgassen produceert.
 
Hoe je het systeem ook wilt noemen: kapitalisme, de vrije ondernemingsgewijze productie, neoliberalisme, de vrije markt, het maakt niet uit, kenmerkend is de irrationaliteit van het systeem. Zo verdwijnt er steeds meer werk naar de lage lonen landen, waardoor er in de rijke wereld een structurele werkloosheid ontstaat en een daling van de koopkracht. Het gevolg is overproductie en dus een economische recessie. Door voortdurend enorme geldbedragen te lenen, draait alleen de Amerikaanse economie goed, voor zolang dat duurt, want op een gegeven moment moet het zijn kaarten op tafel leggen. En ook de economieën van de lage lonen landen als India en China profiteren. Dat wil zeggen enkele sectoren van die economie, de kleine boeren in het binnenland blijven straatarm. De vraag is: wat moet men met al die overtollige mensen van wie het werk naar de derde wereld is verdwenen of die wegbezuinigd zijn? En wat gaat de vrije markt doen met de vele honderden miljoenen armen in Afrika, Latijns Amerika, India en China? Het wezenlijke probleem daarbij is dat het voor een irrationeel systeem onmogelijk is om rationele oplossingen te vinden. In feite regeert alleen een economisch systeem dat maximale winsten eist voor minimale inzet. Het functioneert autonoom, op de bestuurdersplaats zit niemand. Zelfs topmensen uit het bedrijfsleven die bewust zijn van de werkelijke problemen en die verder vooruit kijken, worden gedwongen op korte termijn te denken en te handelen, aangezien ze verplicht zijn hun aandeelhouders tevreden te houden. Ze worden beheerst door de financiële markten en die kennen alleen de logica van vraag en aanbod, voor de rest handelen ze volstrekt irrationeel. Dus een oplossing kan nooit van dit economische systeem komen. Om die reden is het noodzakelijk dat het economische systeem ingebed wordt in het maatschappelijk en politiek bestel. Dat is ook precies wat de wetenschapper Karl Polanyi in veel van zijn boeken heeft aangetoond. Zolang de irrationele economische krachten niet gecontroleerd worden, hebben we geen schijn van kans om broodnodige veranderingen te bewerkstelligen. Het enige dat we kunnen doen is politici dwingen die irrationele krachten aan banden te leggen. In plaats van gewone menselijke behoeften te bevredigen is het doel van de huidige economie zoveel mogelijk winst maken om een kleine kaste van aandeelhouders tevreden te houden.
 
We kunnen de economie democratisch sturen zoals bleek in de periode na de Tweede Wereldoorlog toen veel Europese landen geruïneerd waren en men desondanks in staat was in de behoeften van de meeste mensen te voorzien. Dus als de juiste politiek wordt gevoerd kunnen we het fatsoenlijk organiseren en vandaag de dag is de wereld rijk genoeg om dat voor iedereen te doen. De enige verklaring voor de politieke koers van de Verenigde Staten is simpelweg het feit dat de Amerikaanse elite de militaire macht ziet als de beste manier om de controle te behouden over de grondstoffen. Die totale controle is ook een absolute noodzaak wanneer je met slechts vier of vijf procent van de wereldbevolking ongeveer een kwart van alle hulpbronnen op aarde verbruikt. Daarom heeft de Verenigde Staten meer dan zevenhonderd militaire bases in zo’n 130 landen. Om geopolitieke redenen wordt nu een deel van die bases vanuit Europa verder naar het Midden Oosten verplaatst voor de olie, en naar Centraal Azië om de opkomende economische grootmacht China te omsingelen. De beleidsbepalers in de Verenigde Staten denken in Orwelliaanse termen, waarbij enkele grootmachten permanent om de suprematie strijden en nu wordt China gezien als een potentiële militaire vijand. Ik denk dat dit een heilloze weg is. Ik geloof in zachte krachten, misschien zit ik er volledig naast, maar toch ben ik van mening dat het mogelijk is. Bovendien loopt de gewelddadige weg op niets anders uit dan de totale vernietiging. Dat weten de Europeanen als geen ander, zoveel heeft de ervaring in die desastreuze twintigste eeuw hen wel geleerd. Wat ik in ‘Het Lugano Rapport’ met behulp van accurate gegevens wil laten zien is dat ons economisch model onherroepelijk in een soort fascisme zal eindigen, het logische resultaat van een systeem dat niet de bevolking maar een kleine elite dient en dat in een permanente staat van oorlog verkeert met mens en natuur. In mijn boek stel ik het neoliberalisme een universele machine is die het milieu vernietigt en talloze verliezers voortbrengt. Dat proces versnelde zich in de jaren van déregulering, privatisering en no-nonsense van Ronald Reagan. Onder zijn presidentschap verdubbelde het inkomen van de rijkste één procent van de Amerikanen terwijl tachtig procent van de gewone gezinnen erop achteruit ging. Het reële inkomen van Britse en Amerikaanse werknemers is nu lager dan in 1987. Internationaal gesproken is de laatste drie decennia de inkomensongelijkheid tussen het bovenste en het onderste vijfde deel van de mensheid tweemaal zo groot geworden. Ik wil dan ook benadrukken dat Europa het Amerikaanse confrontatie model op militair en economisch gebied niet hoeft te imiteren. Het kan een alternatief bieden. Daarom heb ik ook als Franse staatsburger campagne gevoerd tegen de Europese grondwet. Een tegenstem geeft ons de mogelijkheid onze regeringen te dwingen een fundamenteel andere koers te varen dan de huidige waarbij een hele kleine economische elite steeds meer bevoordeeld wordt. Een beleid dat overal onvermijdelijk tot geweld leidt. Kijk naar Irak, daar wordt een politiek gevoerd van totale onderwerping. De Amerikaanse regering wil daar de macht over alles, niet alleen over de olie maar tevens de macht over de hele wederopbouw. Het eerste wat het Amerikaanse leger deed toen het Bagdad bezette was het ministerie van Olie bewaken, het eerste wat de Amerikaanse bewindvoerder Paul Bremmer deed was alle Irakese investeringswetten veranderen. Intussen zijn 100.000 Irakezen om het leven gekomen en is het land op elk gebied een chaos. Dat is het uiteindelijke resultaat van een economisch model waarbij de kapitalistische groei en efficiëntie voorop staan en alle andere waarden daaraan ondergeschikt zijn gemaakt.
 
De neoliberale doctrine komt erop neer dat elke vorm van maatschappelijke bescherming als een obstakel van de vrije markt wordt gezien en dus moet worden geëlimineerd. Democratie speelt daarbij geen doorslaggevende rol. We mogen over steeds minder beslissen. Zo staat bijvoorbeeld letterlijk in de Europese grondwet dat de Europese Commissie het enige orgaan is dat het gemeenschappelijk welzijn bepaalt, dus niet het democratisch gekozen parlement. En dat is een angstaanjagende concentratie van macht. Er is sprake van maar bitter weinig echte democratie en daarom was dat referendum ook zo belangrijk. Het was de eerste keer in jaren dat de burger werkelijk iets gevraagd werd over Europa. Momenteel gaat de strijd om het creëren van een betekenisvolle democratie, want anders blijft er niet veel meer over dan stemmen over triviale zaken, zoals bijvoorbeeld welke kleur de vlag moet hebben. Stapsgewijs wordt de democratie uitgehold omdat de elites in de diverse landen een goed functionerende democratie als een hinderpaal zien. Chirac bijvoorbeeld zou het liefst willen dat het hele idee van een referendum nooit was gelanceerd. Vooraf dacht men dat het een gelopen race was, dat de grondwet met vlag en wimpel zou worden aangenomen. Nu knijpen ze ‘m. Dat de bevolking zich werkelijk uitspreekt hoort namelijk niet. Onze elites zijn er diep van overtuigd dat men de bevolking nooit moet laten kiezen over werkelijk belangrijk zaken. Wat wij burgers moeten voorkomen is dat van de democratie een farce wordt gemaakt. We hebben nog een kans om er greep op te krijgen. Maar dan zullen de Europeanen wel een eigen weg moeten inslaan. Op dit moment is Europa de enige hoop. Het kan een sociaal alternatief zijn voor het destructieve Amerikaans model. Het heeft een soortgelijk bruto nationaal product, de bevolkingsaantallen verschillen niet echt, het heeft alleen niet dezelfde militaire capaciteit. Maar is dat echt noodzakelijk? Als Europa een eigen koers gaat varen, zal dat de situatie ook elders veranderen. Vergeet niet dat de Verenigde Staten zich tijdens de koude oorlog genoodzaakt zag een zeker aantal sociale wetten in te voeren, want ze konden hun eigen bevolking niet slechter behandelen dan de Sovjets deden. Sinds de val van het communisme echter wordt die sociale wetgeving steeds verder afgebroken. Nu weet ik wel dat het Europese bedrijfsleven dezelfde doelen heeft als de Amerikaanse, en misschien verliezen we, maar toch: we kunnen het anders doen, we kunnen een echt debat beginnen, we kunnen bepalen hoe de samenleving georganiseerd wordt. Ik heb vertrouwen in de kracht van gewone mensen. Mochten we toch verliezen dan zal Europa op den duur in niets verschillen van de Amerikaanse maatschappij: ieder voor zich en god voor ons allen, zonder sociaal systeem en alleen voor de kapitaalkrachtigen fatsoenlijk onderwijs, medische zorg en huisvesting. De armen zullen in getto’s opgesloten zitten, zoveel mogelijk in toom gehouden door de politie.
 
Het kapitalisme wordt gedreven door instincten. Interessant is dat terwijl de armoedegrens altijd nauwkeurig is gedefinieerd, er geen rijkdomgrens bestaat. Er is geen officieel vastgestelde bovengrens. De hebzucht is oneindig. Daarnaast wordt het systeem beheerst door een buitengewoon prestatiegericht mannelijk drift: ik moet beter zijn dan jij, ik moet over je heen kunnen lopen. Hoewel ik niet zo voor genetische verklaringen ben omdat ze altijd te oppervlakkig zijn, moet er toch één of ander element bestaan dat dom tribalisme creëert, ongeciviliseerd gedrag, waar de cultuur geen greep op heeft en ons vermogen om cultuur te scheppen vernietigt. Tegelijkertijd besef ik dat zelfs dit geen verklaring is voor die enorme vernietigingdrift, want dieren hebben samenlevingen die veel meer competitie kennen. Ze vechten om het leiderschap, maar ze kunnen zich niet permitteren alle rivalen te doden omdat er dan te weinig overblijven om zich te beschermen wanneer ze door een grotere groep worden aangevallen. Biologen ontdekken keer op keer weer dat er in natuurlijke systemen evenveel samenwerking als competitie bestaat. Darwin had met zijn ideeën over natuurlijke selectie niet helemaal gelijk, er zijn nuances, zo blijkt. Kapitalistische maatschappijen schijnen dit evenwel niet te begrijpen. Daarom geloof ik echt dat Europa een samenleving moet en kan ontwikkelen waarbij niemand uit de boot valt. Momenteel worden de mensen blootgesteld aan een ongelijkwaardige competitie binnen de Europese Unie, waarbij de burgers van West- en Oost-Europa tegen elkaar moeten concurreren op de interne arbeidsmarkt waar – zoals dit zo mooi heet – competitie vrij en onbelemmerd dient te zijn. En vervolgens wordt men blootgesteld aan de wereldwijde competitie, met andere woorden: de werknemers hier moeten concurreren met de werknemers in de lage lonen landen en de uitkomst daarvan staat natuurlijk bij voorbaat vast. Steeds meer wordt nu ook de dienstensector naar de veel goedkopere derde wereld overgeheveld. De enige rationele reactie op deze vorm van globalisering is het af te wijzen om zo onze eigen bevolking te beschermen. Tegelijkertijd zijn we verplicht de bevolking van de derde wereld te helpen door het afschaffen van de hoge import tarieven op hun eigen producten en het stoppen met dumpen van onze gesubsidieerde overschotten daar. Innovatief zou zijn als we zouden investeren in onderwijs en wetenschappelijk onderzoek naar zaken die de hele mensheid ten goede komen. Het Amerikaanse conflictmodel nabootsen is desastreus, zoals blijkt uit de geschiedenis van de Sovjet Unie. Uiteindelijk kon het Sovjetrijk de wapenwedloop niet meer financieren en ging ten onder. Het enige alternatief is een samenleving gebaseerd op de uitgangspunten van de Verlichting, dus op een humane levenswijze. Het idee van een vrije markt is daarbij zeker bruikbaar, maar dan niet een volstrekt ongecontroleerde markt. Daarnaast zijn nutsbedrijven nodig en maatschappelijke bescherming van de zwakkeren en solidariteit tussen generaties en volkeren.”

 


BRON
De Humanistseptember/oktober 2005





LITERATUUR
Les transnationales au coeur des institutions européennes – Le Monde diplomatique, December 1997
A la racine du mal pour la refonte du système financier general – Le Monde diplomatique, janvier 1999
A l’OMC, trois ans pour achever la mondialisation – Le Monde diplomatique, juillet 1999
Le commerce avant les libertés – Le Monde diplomatique, novembre 1999
The Problem isn’t Beef, Bananas, Cultural Diversity, or the Patenting of Life, The Problem is the WTO – The Guardian, 24 November 1999
Comment l’OMC fut mise en échec – Le Monde diplomatique, janvier 2000
Legionnaires du capitalisme. Un roman de Susan George – Le Monde diplomatique, mai 2000
Libéraliser, sans avoir l’air d’y toucher – Le Monde diplomatique, juillet 2000
Another World Is Possible – Dissent, Vol. 48, No. 1, Winter 2001
Growing GM Crops is an Irreversible Act of Ecological Folly – Le Monde diplomatique, April 2003
The Paradoxes of Human Rights – El Periodico, 15 November 2003
This is the Way to Win – The Guardian, 15 October 2004
Now, Europe Must Lead – Open Democracy, 3 November 2004

Uigelichte foto: bron

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.