Slachtoffers maken

David Lynch: Blue Velvet (1986)




Enkele berichten uit de pers van de afgelopen dagen m.b.t. pedofilie, fascisme en ontkennen van het verleden.

Eerst het woord aan een slachtoffer die geen slachtoffer meer wil zijn. Een portret van hem uit het dagblad De Limburger. Aansluitend een bericht uit de Frankfurter Rundschau over zo maar een Duitse bisschop.

De beruchte leider van de Colonia Dignidad in Chili is dezer dagen overleden. Oud-nazi, dominee, hield zich bezig met pedofilie en tortuur. Pinochet kwam graag bij hem op bezoek; Lucia, de vrouw van deze dictator vond die kolonie een paradijs van orde en netheid…
Een bericht uit Le Monde.


Over slachtoffers maken in de zin van zichzelf tot slachtoffer bestempelen zie de reactie van Philo Bregstein over Grijs verleden.

Alain de Benoist – Voordenker van een fascistisch Europees Groot Rijk.



De Limburger – dinsdag, 04 mei 2010

Tegen wil en dank is Bert Smeets (58) uit Maastricht het boegbeeld geworden van degenen die zeggen te zijn misbruikt door katholieke geestelijken. „Eerst wilde niemand luisteren, nu wil de hele wereld me horen. Ik heb eindelijk enige invloed.”

door Annelies Hendrikx

Boegbeeld én overlever

Een uur voordat de uitzending van Pauw & Witteman begint, zitten Bert Smeets uit Maastricht en de andere gasten van die 11de maart te wachten in de studio. En dan komt het bericht binnen over het overlijden van D66-nestor Hans van Mierlo. ‘Daar gáát mijn item’, vreest Smeets, die zich als ‘ervaringsdeskundige’ heeft voorbereid op een gesprek over seksueel misbruik binnen rooms-katholieke instituten. Maar nee hoor: terwijl de meeste andere gasten worden bedankt voor hun komst en weer kunnen vertrekken, mag Bert Smeets blijven. Zo zien de kijkers even later inderhaast opgetrommelde prominente Nederlanders, die iets hebben met Hans van Mierlo, aan tafel bij Jeroen Pauw en Paul Witteman. Harry Mulisch, Marcel van Dam, Gerrit-Jan Wolffensperger. Ook Jan des Bouvrie, koud uit de cel, zit erbij. Aan diezelfde tafel: Bert Smeets uit Maastricht. Die dacht: ‘shiiiit, ik zit bij Pauw & Witteman!’ Tv-kijkers, radioluisteraars, krantenlezers: allen moeten Smeets langzamerhand kennen. Sinds hij begin maart in deze krant zijn verhaal deed over seksueel misbruik en mishandeling door broeders franciscanen van Bleijerheide in het jongenspensionaat St. Maria ter Engelen in die Kerkraadse wijk, weten de media hem te vinden. Wekenlang vertoefde hij meer in Hilversum dan thuis in Maastricht. Hij werd een soort Bekende Nederlander. Hij woont anti-kraak, zijn singer-songwriter-bestaan heeft hem vooralsnog geen rijkdom gebracht. Reiskosten krijgt hij keurig vergoed door de media, maar hij moet die wel voorschieten: er waren de afgelopen periode weken waarin hij met tien euro moest zien rond te komen. Het deert hem allerminst, want hij heeft een belangrijke boodschap. „Ik ben hier al heel lang mee bezig. Eerst luistert niemand naar je en opeens wil de hele wereld je horen. Maar goed, nu heb ik eindelijk enige invloed.” De media, zo weet hij inmiddels, hebben voor alle mogelijke onderwerpen ‘blikken’ lieden die ze naar believen open trekken. Blikken deskundigen, blikken mensen-met- een-passie, blikken slachtoffers. „Ik zit tamelijk hoog in het blik ‘slachtoffers’.”

Hij laat zich vooralsnog gewillig meevoeren op die golf. Al heeft hij in de tussentijd besloten dat hij geen slachtoffer meer wil zijn: „Ik voel me een survivor, een overlever. Dat wil ik uitdragen. Ik was laatst, met Pasen, op die ‘slachtofferdag’ in Utrecht. Ik vond het een ramp, iedereen brak, het was een tranendal. Het gevaar bestaat dat je blijft hangen in dat slachtofferschap, dat realiseerde ik me heel sterk. Ik ben uiteindelijk achter die microfoon gaan staan en heb gezegd: ‘Kom op, het leven is mooi, ik sta elke morgen op met muziek in mijn hoofd’. Iedereen daar keerde zich onmiddellijk tegen me. Die mensen zijn pas net begonnen met verwerken en zitten nog heel strak in dat slachtofferschap.” Dat stadium is Bert Smeets voorbij, zegt hij. Maar ook bij hem duurde het tientallen jaren voordat hij met iemand kon praten over hetgeen hem als jongetje, begin jaren zestig van de vorige eeuw, was overkomen in het Kerkraadse pensionaat.

Broeders die met hun handen in jongensbroeken zaten, die masturbeerden naast de bedden, die jongens sommeerden zich uit te kleden. „Je liep er continu gevaar. Blote jongens waren we.”
Als singer-songwriter kon Smeets zijn verre verleden vangen in muziek en teksten. Zij, de katholieke geestelijken, gaan zijn leven niet beheersen, no way, they’re not gonna rule my world! Dat motto van het Amerikaanse Survivors Network Abused bij Priests (SNAP) heeft hij gepassioneerd omarmd. Met mensen van SNAP, die contact met hem zochten, demonstreerde hij begin april bij bisschop Ad van Luyn in Rotterdam.

Dit is gewoon keihard werken, zucht hij. Wekenlang ging zijn telefoon onophoudelijk; zijn mailbox stroomde vol. „Ik heb me voorgenomen elke mail persoonlijk te beantwoorden, maar ik loop nu ver achter.” De media zoeken hem nog steeds, hoe grillig ze ook mogen zijn: seksueel misbruik binnen de kerk wordt een hype genoemd, maar het is er wel een die lang aanhoudt. „Het gaat ook om een instituut dat al honderden jaren functioneert en waarvan de autoriteit voorheen nauwelijks in twijfel werd getrokken. Het seksueel misbruik in Amerika en Ierland kwam al eerder aan het licht, daar zijn miljoenen betaald aan de slachtoffers, die daarmee erkenning hebben gekregen. Het sleept allemaal al zo lang, en nu is dan eindelijk ook in Nederland de beerput open.” De beerput in Nederland is open, maar de doofpot niet, constateert Smeets droogjes. De enkele broeders van Bleijerheide die nog leven en met wie hij enkele jaren geleden de confrontatie zocht, reageerden destijds met verbazing op zijn meldingen van seksueel misbruik: daar hadden ze nooit iets van geweten. Terwijl er toch met enige regelmaat broeders plotseling werden overgeplaatst. „Ervaringen in Amerika leren dat geestelijken die in de fout zijn gegaan, uiteindelijk zwichten voor de druk en toegeven. Misschien dat we hier beetje bij beetje de doofpot ook open krijgen, met enige elegantie of met pure wilskracht. Ik hoop het.

De kerk heeft tot dusver bitter weinig zelfkritiek laten zien.” Nu is het heel even iets rustiger en krijgt Bert Smeets de gelegenheid om bij te tanken, maar als Wim Deetman eind deze week bekend maakt op welke manier hij zijn onderzoek gaat inrichten, zal het wel weer losbarsten. Komende vrijdag bijvoorbeeld zit Smeets bij De Wereld Draait Door, mogelijk met Deetman zelf. Bert Smeets heeft geen enkel vertrouwen in de beloofde onafhankelijkheid van dat onderzoek, dat immers plaatsvindt onder leiding van een CDA’er in opdracht van de bisschoppenconferentie. Een dag later -of de week erna- schuift Bert Smeets aan bij Rondom 10, waar wordt gediscussieerd over de ‘claimcultuur’ die in Nederland aan een opmars bezig is. Samen met lotgenoot Luc Kusters uit Baexem schakelde Smeets een letselschadeadvocaat in om te bezien of het mogelijk is schade te claimen bij de kerk. Tientallen sloten zich aan, maar het initiatief kwam hen ook op kritiek te staan: ‘Zie je wel, het gaat ze alleen maar om geld’. Smeets hoopt dat mensen begrijpen dat het wat hem betreft een puur emotionele claim is, waarmee hij hoopt voor vele slachtoffers de verlangde erkenning te krijgen. „Mocht ik ooit iets vangen, dan gaat dat linea recta naar een goed doel.”

Petitie: Europees onderzoek naar seksueel misbruik

Bijna 700 lotgenoten sloten zich aan bij Bert Smeets’ actiegroep Mea Culpa. Mea Culpa heeft geen vertrouwen in het Deetman-onderzoek en probeert nu de Europese Unie ertoe te bewegen een Europa breed onderzoek te doen naar „de aard en omvang van seksueel misbruik, fysiek en psychisch geweld door vertegenwoordigers van kerkelijke organisaties binnen de lidstaten van de Europese Unie”. Daartoe heeft Smeets de petitie ‘Childgate’ opgesteld, die te vinden is op zijn website http://www.bertsmeets.nl. PvdA-Europarlementariër Emine Bozkurt probeerde al eerder justitieminister Ernst Hirsch Ballin ertoe te bewegen namens Nederland een dergelijk onderzoek aan te vragen bij het Europese agentschap voor justitie Eurojust in Den Haag. Dat heeft Hirsch Ballin geweigerd, omdat hij vindt dat het een zaak is van nationale overheden. Hij wil eerst het Deetman-onderzoek afwachten voordat hij eventueel besluit tot een eigen onafhankelijk onderzoek.

Wat staat ons nog meer te wachten aan onthullingen uit de Roomse kerk. Een sadistische bisschop…

Hier volgend een bericht uit de Frankfurter Rundschau van 15 mei. Liegt meneer Mixa? Zie het slot van dit artikel.

Prügel-Vorwürfe
“Warte nur, bis Mixa kommt”


Das Sündenregister von Walter Mixa nahm immer dramatischere Ausmaße an: Prügel für Heimkinder, Unterschlagung von Stiftungsgeld – und dann auch noch sexueller Missbrauch? Letzteres hat sich nicht erhärtet.

Umso deutlicher tritt nun zutage, wie grausam der zurückgetretene Bischof von Augsburg in seiner Zeit als Stadtpfarrer von Schrobenhausen in den 1970er Jahren Heimkinder behandelte. Sonderermittler Sebastian Knott berichtet von Schlägen mit der Faust, dem Stock, dem Gürtel.
Fast zeitgleich wird am Freitag bekannt: Während die Staatsanwaltschaft in Ingolstadt das Ende der Vorermittlungen wegen des Verdachts auf sexuellen Missbrauchs verkündet, nennt Knott in Schrobenhausen erschütternde Details zum Umgang Mixas mit den Kindern im Waisenhaus St. Josef. Die Aussagen ehemaliger Heimkinder seien glaubwürdig, versichert er.

“Du landest im Fegefeuer”

In seinem 39-seitigen Abschlussbericht führt Knott in eine Zeit im katholischen Waisenhaus von Schrobenhausen zurück, die ohne Zweifel als düster bezeichnet werden muss. Es waren die 70er und 80er Jahre, und der aufstrebende junge Geistliche Mixa war Stadtpfarrer in dem für seinen Spargel bekannten Städtchen. Doch was die Mädchen und Jungen im Waisenhaus erlebten, war nach dem Bericht Knotts schlicht furchterregend.

“Warte nur, bis Mixa kommt”, dieser Ausspruch der Nonnen war eine von den Kindern oft gehörte Bedrohung. Es sei bekannt gewesen, dass der Pfarrer streng sei und häufig prügele, sagte Knott.
Die Verdachtsmomente des sexuellen Missbrauchs datieren aus der Zeit, als der heute 69-jährige Mixa Oberhirte in Eichstätt war. Ein Bischof, des sexuellen Missbrauchs verdächtigt – in Österreich hatte es vor 15 Jahren zu einer Kirchenkrise geführt, als bekanntgeworden war, dass der Wiener Kardinal Hans Hermann Groer sich an Jugendlichen vergangen haben soll und der Vatikan unentschlossen handelte.

Bei Mixa sollte es anders laufen. Ungewöhnlich schnell entsprach Rom der Rücktrittsbitte. Hätte sich der Verdacht des sexuellen Missbrauchs erhärtet – die Sprengkraft wäre immens gewesen für die Kirche in Deutschland: Da hätte ein Mann mit so einer Vergangenheit jahrelang auf einem Bischofsstuhl gesessen und als Militärbischof die Seelsorge in der Bundeswehr betreut.
Aber auch der Bericht, den Knott in Schrobenhausen vorstellte, schockiert: Mit einem Vokabular, das eher an die Zeit der Inquisition erinnert, soll Mixa die Heimkinder zwischen 1975 und 1996 bedroht haben. “Du landest im Fegefeuer”, soll er gesagt haben und auch “Ich werde dir schon die schmutzigen Gedanken austreiben”. Die Nonnen des Heimes sollen ihn beim Prügeln sogar angestachelt haben.

Knotts Bericht spart Einzelheiten nicht aus: “Herr Mixa zog ihm die Hose herunter und prügelte mit einem Stock auf den nackten Hintern. Nach fünf bis sechs Schlägen begann der Betroffene zu weinen. Danach brach der Stecken ab und Herr Mixa lockerte seinen Hosengürtel und schlug weitere fünf- bis sechsmal auf seinen Hintern.” Mixa hatte zunächst geleugnet, Heimkinder geprügelt zu haben.

Dazu passt ein Detail, das Knott vortrug: Er habe eine E-Mail eines Priesters erhalten, der engen Kontakt zu Mixa hatte. Im Zuge der Wiener Groer-Affäre 1995 soll Mixa gesagt haben: Wenn ihm so etwas passieren sollte – er würde lügen. (dpa/AFP)

Lesen Sie auch:
Kommentar: Sadist in Soutane
Kirchentag mit Haken: Papst grüßt und spricht von “Unkraut”


Colonia Dignidad – Paul Schäfer


Fondateur de la sinistre Colonia Dignidad au Chili, l’ancien caporal nazi Paul Schaefer est mort dans un hôpital pénitentiaire, le 24 avril, à Santiago, à l’âge de 88 ans. Il purgeait, depuis mai 2006, une peine de vingt ans de prison pour pédophilie et torture pendant la dictature militaire du général Augusto Pinochet (1973-1990).

Né le 4 décembre 1921, à Troisdorf, en Allemagne, il est brancardier de la Wehrmacht pendant la seconde guerre mondiale. En 1960, devenu pasteur luthérien, il fuit son pays natal où plusieurs adolescents l’accusent de viol.

Un an plus tard, réfugié au Chili, il fonde, avec des compatriotes, une enclave de 15 000 hectares, à 350 km au sud de Santiago : la Société d’éducation et de bienfaisance Dignidad, plus connue sous le nom de Colonia Dignidad. Les activités de cette communauté – mi-secte, mi-camp de travail – vont défrayer la chronique pendant -quarante ans. L’ancien sous-officier du IIIe Reich est régulièrement impliqué dans des scandales de sévices sexuels sur des mineurs, de fraude -fiscale, détention d’armes, manipulations génétiques et esclavagisme. Mais il bénéficie de soutiens -politiques. Il appuie le coup d’Etat militaire de 1973. Le général Pinochet aime passer des week-ends à la Colonia Dignidad, que l’épouse du dictateur, Lucia Pinochet, décrit comme ” un paradis d’ordre et de propreté “. Baptisé par ses adeptes ” l’Oncle permanent “, Paul Schaefer règne en maître -absolu sur ce domaine qui vit en autarcie. Selon la justice chilienne, Paul Schaefer utilisait ”la religion comme moyen de soumission“, ”le viol étant un instrument pour garantir la loyauté entre dominants et dominés au sein de la colonie“. Ses liens étroits avec la dictature militaire ont été confirmés par plusieurs enquêtes qui ont conclu que la Colonia Dignidad avait fonctionné comme centre de détention et de torture de prisonniers politiques pendants les années de plomb.

En 1999, au cours d’une perquisition dans la propriété, cernée de barbelés électrifiés et de miradors, d’anciennes victimes de la DINA, la redoutable police secrète du général Pinochet, reconnaissent les lieux de leur détention : de lugubres tunnels souterrains creusés sous un hangar. En 1997, alors que la justice chilienne commence à enquêter sur des dénonciations d’abus sexuels, Paul Schaefer s’enfuit en Argentine. Arrêté, en mars 2005, il est extradé au Chili et condamné à vingt ans de réclusion criminelle. Les quelque 150 colons qui vivent actuellement dans l’ancienne Colonia Dignidad, rebaptisée, depuis 1991, Villa Bavaria, se sont opposés à ce que son fondateur soit enterré dans le cimetière local. Selon le quotidien chilien La Tercera, sa fille adoptive, Rebecca, fait des démarches pour que la dépouille mortelle de Paul Schaefer soit ramenée en Allemagne.

Christine Legrand
© Le Monde



Uitgelichte afbeelding: David Lynch

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.