Dagelijks sterven ongeveer 5000 kinderen door besmet water. Met en zonder de kapitalistische geldcrisis. Maar wel mede dankzij het wereldwijde kapitalistische systeem. Ondertussen raken vanwege datzelfde systeem onze kinderen steeds meer overvoed, met vet en suiker. In het kort wat er mis is in deze wereld.
Wat kan Nederland?
Zichzelf bedruipen op min of meer het huidige peil? Dat gelooft toch niemand. Wat dan?
Hoedt u voor valse profeten. Links wil rijkdom in stand houden en tot de armen brengen. Rechts wil de rijkdom onder weinigen verdelen door menselijke “ballast” te verwijderen; een praktische oplossing voor het linkse programma. Waartoe de ondergang van traditioneel Links al niet leidt. De uitersten treffen elkaar op een fatale wijze. Rijkdom gekoppeld aan mensenverachting. En dat in tijden van globalisatie van de armoede en ellende.
De verbeelding aan de macht? Vergeet het. Profeten, ook valse, weten niet en verafschuwen kennis en cultuur. Het enige dat zij kunnen is een boodschap verkondigen, goddelijk geïnspireerd of niet. Ze hoeden zich voor het doen van voorstellen die ons verder kunnen helpen en gaan wijselijk voorbij aan oorzaken. Zij willen niet meedenken, voorwaarde voor een revolutionaire stap van de mensheid. Tot daden overgaan al evenmin, daartoe is kennis van de werkelijkheid van node. Iets creëren? Gereedschap alleen als het motorisch is aangedreven. Het lijkt er zelfs op dat ons parlement onder een dergelijk verdict gekozen is.
“Hou jij ze arm, dan hou ik ze dom” en andersom is een nog altijd geldige uitspraak. Al zijn de armoede en domheid hier en nu van een andere orde. Het is het ethisch schandaal van het huidige kapitalisme: globaal armoede producerend, ook in de welvarende landen. Ons systeem hinkt nog steeds op twee elkaar uitsluitende principes, dat van de markt en zijn ongelijkheid enerzijds (een euro, een stem), dat van de democratie en zijn gelijkheid (een persoon, een stem) anderzijds. De staat gebaseerd op het principe van democratie schiet telkens weer het kapitaal te hulp in tijden van crises. (Is het nog toeval dat Nederland een premier heeft van het kaliber profeet, niet gekozen maar uitverkoren door collega-politici?) Zo kan het kapitalisme zich weer gereed maken voor een volgende ronde van accumulatie zonder dat het een strobreed in de weg gelegd wordt.
Wie wil verandering? Verandering van wat en waar naar toe? Wie wil een bijdrage leveren? Kritiek, en dan niet in de vorm van telkens herhaalde clichés en verbale uitspattingen, helpt om de oorzaken op te sporen, maar leidt bij gebrek aan kunde en kennis al snel tot apathie en/of reactionair gedrag. We hebben het kunnen constateren bij Fortuyn z.g., meester in het ontwikkelen van “visies” en bij zijn volgelingen. Het enige wat vooruit helpt is samenwerking op basis van vertrouwen en openheid. En dat heeft rechtstreeks te maken met het spreiden van kennis en macht, iets wat kennelijk tegenwoordig als zeer vies beschouwd wordt. Geld “verdienen” is nu het motto, onderwijl een vervelend elitisme tentoonspreidend. Het dient te gaan over de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen en de wereld waarin zij zullen leven. Als we dat uit het oog verliezen en ons eigen geriefelijke leventje tot norm verheffen gaat het echt mis, daar hoef je geen Kassandra voor te heten.
Heeft het project Nederland zijn langste tijd gehad? Enkele jaren geleden had de NRC een speciale bijlage met de titel “Nederland is af.” Daar schrok ik van. Hoezo af? Een status-quo en met welke kwaliteit van leven? Onlangs was via de VPRO een vraaggesprek te zien met een jonge architect over de “nieuwe lelijkheid” van Nederland. Niets ervan, vond hij. Het was juist fantastisch die autowegen omzoomd met vierkante dozen. Het werd tijd, volgens hem, dat vormgevers marktgericht gingen denken. Dat deden zij volgens mij al heel lang, maar zo onbeschaamd had ik het nog niet eerder gehoord. Mijn wedervraag, hoe willen we leven en werken, welk werk en welke arbeidsverdeling? Wie bepaalt onze economie en onze leefruimte? Segregatie of integratie? We kunnen redeneren van na ons de zondvloed of we kunnen het heft in eigen hand nemen. Die zondvloed komt vroeg of laat, daar kunnen we alvast vanuit gaan met het oog op de Randstad.
Ook op een andere manier kun je tegen het project Nederland aankijken. Een onder druk van de reactie, met name vanuit Groot-Brittannië, tot stand gekomen koninkrijk. Heeft deze staat een eeuwigheidswaarde? Kunnen we ons als staat niet beter opheffen en aansluiting zoeken bij een op een veel eigentijdser grondslag gevormde staat, de Duitse Bondsrepubliek. In de Duitse grondwet staat ook: “Eigentum verpflichtet”, een mooi uitgangspunt in ieder geval. Voor Duitsland eveneens een goede zaak, zeker infrastructureel. Als één van de Länder kunnen we ons dan veel meer richten op zaken die er echt toe doen in plaats van ons druk te maken over de aanschaf van militair tuig. Het kan ook een startsein zijn voor een omkering van een proces tot verdere versnippering in Europa na de val van de Berlijnse muur. En een nadrukkelijke “inbinding” van Duitsland in het Westen. Onze gerichtheid wordt van de weeromstuit vanzelf meer Europees dan Atlantisch.
Kortom, er kunnen heel wat visies en plannen ontwikkeld worden, in het groot èn in het klein. De politieke vertaling komt uiteindelijk wel, ze is dan niet opgelegd, maar komt vanuit de samenleving. Revolutionair, zoals het hoort.
Bron afbeelding onbekend