Vrijthof Maastricht. 30er jaren vorige eeuw
Wat een gelukkige tijd was dat, die van het boek en de radio. Echte ontdekkingsreizen kon je maken zonder de deur uit te gaan. Je fantasie kon nog z’n werk doen, je was actief en leergierig. De eerste struisvogel die ik te zien kreeg was niet eentje in de dierentuin maar van een plaatje. Die plaatjes kon je sparen bij de karnemelkzeep van Het Klaverblad uit Haarlem en in een album plakken. Kleven zeggen de Belgen. Het was op m’n zevende het eerste en vele zouden volgen. De tekst van dat Vogelalbum is nog steeds goed leesbaar, educatief en niet infantiel.
Plaatjes sparen werd m’n lust en m’n leven. Reintje de Vos, Oceaanstomers, Onze Kongo. Teveel om op te noemen. Een mooie serie gaf Taminiau in Elst, fabrikant bekend van de Teo jam, uit over vogels. Misschien doe ik er een van mijn volgers op Twitter een plezier mee door een kleine illustratie van die boekjes te geven: Sierduiven.
Duiven, postduiven, vredesduif… Duiven, zeer dienstig nog in de eerste Wereldoorlog als zovele dieren. Duiven, nu zelfs ten onrechte bestempeld als vliegende ratten. Het kan verkeren in deze o zo verlichte tijden. Stel je het San Marcoplein voor zonder duiven, of dichter bij huis, het Vrijthof. Dat kan toch niet.
Het beklijfde, dat was het mooiste van al. Zou dat nu in de tijd van internet en digitale media nog het geval zijn?
De tekst van “Sierduiven” stamt van H.W. Logman, de illustraties van Joh. Lentink