Romano Cagnoni: Chelsea twins, London (1959)
Joachim Wilbers
Er stopte een auto waaruit twee vrouwen sprongen, bedaard naar binnen liepen, hun pistolen trokken en de kassierster bedreigden.
“Kennen jullie mij niet meer?”, riep deze. “Marjolein. Middelbare school?”
De vrouwen vielen elkaar om de hals, de overval vergeten.
Hiervoor was een heel goede reden. Ooit hadden ze aan haar te danken dat ze niet waren opgebracht; een incident op school en Marjolein had ze gedekt. Hun eerste amateuristische stappen op het criminele pad. Inmiddels waren ze professioneel, nooit gepakt, maar zonder Marjolein… Ze waren haar wel wat verschuldigd. Bovendien beschouwden ze haar als vriendin en die overval je niet, al hadden ze elkaar in jaren niet gezien.
Ze liepen gedrie naar buiten. Marjolein sloot het filiaal en ging voor naar een horecalokaal waar ze drie drankjes bestelden. Ze hadden heel wat te bespreken over hoe het ze in de tussenliggende jaren was vergaan.
Uit haar wederwaardigheden bleek dat Marjolein niet zo braaf was als ze eruit zag. Het lieftallig blondje bestal haar baas en veel gewiekster dan beide anderen voor mogelijk hadden gehouden. Ze had inmiddels een aardig spaarpotje achter de hand en alles lekker zwart. “Uiteraard”, lachte ze.
“Uiteraard”, beaamden beide anderen peinzend. “Is jouw kassa de moeite?”
“Weten jullie dat niet?”, vroeg Marjolein verbaasd. “Nemen jullie een willekeurig doelwit in de hoop…”
De twee overvalsters keken elkaar aan. Een van hen schudde het hoofd. “We werken in opdracht.”
“Van wie?”
“Tja. Dit ga je niet leuk vinden.” Ze pauzeerde even. “We hadden de opdracht de kas te overvallen en ervoor te zorgen dat jij daarbij om het leven kwam. De buit mogen we houden, bovenop wat hij ons betaalt voor jouw dood.”
Marjolein trok bleek weg. “Hoeveel”, lachte ze onzeker.
“Vijftigduizend.”
“Zoveel? Wie…?” Ze keek haar vriendinnen om beurten aan. Gespannen, angstig ook. Vijftigduizend is veel geld…
“Je baas”, sprak een van beiden droog. “Je wordt te duur. Je hebt hem te vaak besodemieterd. In het begin pikte hij het omdat hij met je naar bed kon. Hij beschouwde je als een dure hoer en blijkbaar was je het waard, maar hij is van mening veranderd…”
“Hij heeft een ander”, fluisterde Marjolein. Beide vriendinnen knikten. “Hij heeft al die tijd geweten dat ik hem bestal”, vervolgde ze moedeloos.
“Je bent niet zo goed als je dacht.”
Er gloeide wanhoop in haar ogen toen ze het tweetal aankeek. “Jullie gaan het doen” Ze wachtte even. “We waren vriendinnen…”
“Waren, inderdaad.”
De volgende morgen werd ze gevonden. dood achter de geplunderde kassa. Overval met dodelijke afloop, stond in het politierapport, met de opmerking: waarschijnlijk verdedigde ze het eigendom van haar werkgever. De overval werd nooit opgehelderd, de moord op Marjolein evenmin.
Uitgelichte foto: bron