Het recht op vrijheid van meningsuiting

Roland Topor




Wat is er toch aan de hand met die inmiddels veel geroemde vrijheid van meningsuiting. Tot voor kort had ik steeds de indruk dat er veel te weinig gebruik van gemaakt werd, zowel in de pers als individueel. Had en heeft dat te maken met onverschilligheid of gerichte dan wel onbewuste manipulatie of zelfcensuur? Het hoofdredactioneel commentaar in de NRC is getiteld “Het recht van spreken” n.a.v. de weigering van Groot Brittannië Wilders toe te laten. In dat commentaar wordt een volstrekt absurde vergelijking met Marx getrokken. Ten tijde van Marx bestond er geen internet, helaas zou ik zeggen, en waaruit bestonden de activiteiten van Marx in Londen? Hield hij spreekbeurten in het Britse parlement? Zijn daden en positie kun je toch niet vergelijken met het handelen en de statuur van een internationaal gevierd Nederlands politicus.




Vrijheid van meningsuiting is dat een universeel recht op elke plaats en op elk moment? Wat zijn de consequenties van een dergelijk verabsoluteerd recht? Kan iemand mij die uitleggen? En hoezo wordt een te hoge drempel opgeworpen (een hoge drempel mag kennelijk wel) tegen het vrije verkeer van personen en de vrijheid van meningsuiting. Als het woord “vrij” verschijnt is het oppassen geblazen.

Sinds wanneer is het strafrecht in Europa geharmoniseerd? Zelf vind ik dat wenselijk, de praktijk is echter anders. Waarom een willekeurig politicus in het buitenland bijzondere rechten kan claimen is me ook een raadsel. Waar is zulks op gebaseerd? Zou zijn vrijheid groter mogen zijn zoals het commentaar in de NRC beweert? Dat lijkt me bedenkelijk. Dat betekent dat elk willekeurig leeghoofd van laten we zeggen Spakenburg of Maastricht als gemeenteraadslid extra rechten bezit die uitstijgen boven die van een integer wetenschapper, die zinnige dingen te beweren heeft.

In de Europese Unie van voor de uitbreiding richting oosten hadden slechts twee landen het begrip God niet in de grondwet staan, Frankrijk en Portugal, inmiddels zijn het er 12. Wat willen we, een verdere scheiding van kerk en staat, in Nederland en Europa, of een onzalige vermenging van beide? Dat is een fundamenteel principe en helaas daarover hoor je de criticasters niet. Hun beschermeling heeft uitdrukkelijk gekozen. Een duidelijke aantasting van ons grondrecht en vrijheidsprincipe staat hij voor. Dat vereist nadenken en geen profetische gaven. Daar mankeert het aan en dat is pas verontrustend.


Afbeeldingen: Roland Topor

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.