Immogen Cunningham: Three Dancers
In feodale tijden heette het: “Arbeid adelt, maar adel arbeid niet”. Bezit verworven door krijg en list was erfelijk en er ruste Gods zegen op. Sinds de Franse revolutie weet de bourgeois, zo kunnen we het ook en de oorlog van allen tegen allen brandde los. De burger werd vrij. Wat bleef, slechts enkele waren uitverkoren. Ze waren voorbestemd en in die zin werd God via een achterdeur weer binnengehaald.
Kapitaal werd hun maatstaf voor alle zaken, door arbeid verworven, die zij bestemden. Als we onze ogen te kost geven zien we het overal terug, in de stad, in het dorp, in Europa of Afrika: rijk en arm. God heeft immers de standen gewild.
Eigenlijk had ik het over fascisme willen hebben, waarover niet gesproken mocht worden, zeker in relatie met kapitaal niet. Een taboe dat sinds 1945 niet meer doorbroken mocht worden, Hitler was immers verslagen en we hadden als Widergutmachung de joden een land gegeven, waarvan ze beweerden dat er niemand woonde. Iedereen content, iedereen op de plek waar hij thuishoorde.
Ach, nu dwaal ik weer af. Fascisme, Israël en kapitaal. Wat hebben ze met elkaar te maken? Veel zo niet alles. Daarvoor is een duik in de geschiedenis nodig. Eerst foto’s, Tel Aviv, een winkel met meer dan 1 miljoen negatieven. Materiaal bijna vanaf de stichting door kolonisten van deze stad.
Uitgelichte foto: bron