Natuur

Joachim Wilbers



Joachim Wilbers

 

De holle weg liep langzaam op, niet steil, een gemakkelijke route, zelfs voor de minst geoefende wandelaar. Dat had als voordeel dat je niet hoefde op te letten waar je liep, om je heen kon kijken, naar het geritsel luisteren, als je niet zoals zovelen in groep liep te wauwelen.

Wat doen mensen in de natuur als ze zichzelf zo graag horen praten, de meest onzinnige banaliteiten delibereren in oren die toch niet luisteren? De anderen hummen of knikken om aandacht te veinzen. Blijf verdomme thuis, of gebruik een loopband als je wilt bewegen. Je verjaagt datgene waarvan je je niet eens bewust bent en dat zich gealarmeerd verstopt voor jouw luide onzinnigheden. Natuur is bedoeld om te recreëren, denken velen. Mis! Dat is het niet.

Natuur is in de eerste plaats van zichzelf. Gedraag je ernaar en dring jezelf niet op als ‘belangrijk’ mens, heer en meester over alles, god de vader over bos en veld. Blijf weg als je dat niet wilt begrijpen. Rot op!

Niet dat het hielp. Ze kwamen toch, luider en massaler dan ooit. Eekhoorns schoten hoog in de bomen, spechten verscholen zich achter de stam en staakten hun geroffel, konijnen glipten ondergronds en wie dacht dat al die bewegingen werden opgemerkt had het mis. De wandelaars hadden het veel te druk met zichzelf en bemerkten niet eens de vos die even verwonderd bleef staan, terwijl hij zich afvroeg waarom het mensdier altijd luid zijn komst aankondigt.

Ooit was natuur niet stil. Het had zijn eigen geluid. Tegenwoordig houdt het de adem in wanneer colonnes wandelaars er in ganzenpas doorheen marcheren, vertrappelen, rotzooi achterlaten en liefst gemotoriseerd, zover ze kunnen geraken voor ze hun voertuig noodgedwongen achterlaten.

Dat is waarom natuur niet langer is. De mens eist elke centimeter voor zich op, verlangt alles voor zichzelf en wat zich er toevallig van nature bevindt moet zich maar aanpassen of anders verdwijnen, want er schuilt veel schadelijks in bos en veld dat ‘onze’ natuur vernield. Er wordt aan bomen geknaagd, gegraven zodat je kunt struikelen, gewassen opgevreten… Foei en schande! Laat ‘mijn’ bos met rust en kak niet op mijn jas! 

Wij, de mens, zijn het meest veeleisende wezen op deze planeet. Dat vinden we vanzelfsprekend. Het behoort ons toe, ook al zit wat wij als natuur bestempelen boordevol leven.

Leven dat we niet begrijpen, niet eens zien omdat het aan onze waarneming ontsnapt. Klein en nietig, het doet er niet toe, al is dat leven per vierkante meter talrijker dan wij.

Onze superioriteit is onuitstaanbaar, juist omdat we ons aan onze omgeving niets gelegen laten liggen. Daarvan getuigt de onachtzaamheid waarmee wij ermee omgaan. Natuur dient als franje om ons leven te veraangenamen en we betonen het zo weinig respect dat het meer en meer krimpt, tot er niet meer blijft dan hier en daar een opgeruimd park, geordend in perkjes waaruit liefst alles is verdwenen dat ons stoort. Vraag je je wel eens af wie of wat wij storen, wat wij verdringen in onze ongebreidelde drang naar bezit?

Wij exploiteren tot we ook de laatste ‘wilde’ habitat aan ons hebben onderworpen en in het tempo waarin zal dat niet zo heel lang meer duren. Kaalslag is overal ter wereld zichtbaar, soorten sterven uit, maar dat weet iedereen en toch gaan we ermee door, dag in, dag uit, ook in de eigen omgeving.

We dragen bij aan de teloorgang, wij allemaal, wanneer we respectloos een bos betreden, achteloos ons afval achterlaten… Dat begrijpen velen nog, niet dat ze verstoren als ze het als recreatiegebied beschouwen.

Draai het om; een troep wilde zwijnen die jouw domein binnendringt, je tuin omwoelt en waarom? Omdat wij ze hun leefwereld ontnemen. Niet omdat ze met te veel zijn. Wij zijn met veel meer, met zoveel dat we steeds minder plek overlaten…

Dat vinden we normaal, want het gaat toch om ons; de mens, de top van de piramide? De rover, de jager die al het andere onderwerpt?

Het schijnt niet tot ons door te dringen dat we deel zijn van de keten. Niet meer dan een radertje in het geheel en dat radertje is behoorlijk ontspoort. Het heeft zich een air aangemeten of het de hele machine is, al het andere niet nodig heeft en daar hebben we het mis. Zonder gaan ook wij naar de klote.

Wij veroorzaken scheefgroei op velerlei gebied en doen onszelf daarmee de das om. Denk daaraan als je bij je volgende wandeling luid van je doet horen.




Uitgelicht: bron

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.