Woning Stokstraat omstreeks 1950
Maakt u zich zorgen over de jeugdzorg, lange wachtlijsten, kinderen die in een gevangenis geplaatst worden vanwege een tekort in tehuizen? Begin dan bij de bron, de reden waarom jeugdzorg ontstaan is. Een kleine schets.

De opkomst van de jeugdzorg, zoals kleuterdagverblijven, geeft het aan. Weinig geprivilegieerde ouders in erbarmelijke woonomstandigheden. Meer dan 1000 inwoners op een ha. De overheid liet het volledig afweten tot na de oorlog. Grote gezinnen, katholieke gezinnen. Paters en nonnen die zich over de kinderen ontfermden. Bestrijding van de zuigelingensterfte en de extreem hoge kindersterfte. Het verschijnsel ‘houmoeder’. Ja, de sociale ellende begon al vroeg. In het katholieke Maastricht onverbrekelijk verbonden met namen als Crèche Juliana uit 1913 (door de Roomse rakkers gedwongen een geestelijk adviseur in dienst te nemen anders geen zusters van Onder de Bogen) en Fons Olterdissen (Pro Infantibus). De historische bron.

De oudste generatie die hier nog weet van heeft is praktisch uitgestorven, die van hun kinderen heeft er nog weet van, maar schaamt zich over dit verleden. Hun leeftijdgenoten, zeker die uit de bourgeoisie, ontkennen deze werkelijkheid nog steeds. Vandaar de huidige roep om repressie bij, laten we het maar in algemene termen vatten, de huidige jeugdcriminaliteit. Oorzaken verdwijnen naar de achtergrond. De overheid terug richting vroegere tijden. Classificeren. De trendbreuk na een zeer korte periode van iets dat op een verzorgingsstaat leek. Neem de oorzaken weg en de wachtlijsten verdwijnen vanzelf. Zijn we de laatste 100 jaar wel zoveel wijzer geworden? Kom op feministen, laat wat van u horen! Geen symptoombestrijding, niet terug naar de pollepel, en zeker geen remedies uit de Angelsaksische wereld.
“Opvoeden? Dat doen we samen.” Hoever zijn we hier nog van verwijderd? Heeft het verheerlijken van het moederschap zin? Nog een stap, valt te vrezen, en we gaan weer medailles uitdelen voor goed moederschap. En die er niet aan voldoen? De kinderen kunnen dan alvast naar tuchtinrichtingen en staatsopvoeding om er nuttig arbeidsvee van te maken en om er mee te experimenteren. O ja, de oppassen. Die zijn voor de grand chique. Nee, er zijn ernstiger zaken aan de hand. En waar komt dat egoïsme vandaan, dacht u?
Door de jaren heen is er een web opgebouwd rond kinderzorg, met of zonder wetgeving. De consultatiebureaus, de kleuterschool (kattenschool), het verplicht onderwijs en het verbod op kinderarbeid. Zorg primair gericht op een gezond nageslacht voor voldoende arbeidskracht. Altijd waren er ook mensen die zich het lot van kinderen aantrokken, kinderen van de miserabelen. Zonder bijbedoelingen. Een prachtig voorbeeld is in Maastricht te vinden met pater Castorius die zich inzette voor de Stokstraatjeugd in de tijd dat kinderen zich nog vermaakten, ondanks de bittere armoe, en minder oog hadden voor merkkledij dan voor elkaar zoals nu.
Haaks staat de houding van deze pater op aanpassen en normeren. Nog een voorbeeld. Een buurtje dreigde gesloopt te worden met de oudste sociale woningbouw van de stad. Ditmaal in Nijmegen. Kinderen konden er nog rustig op straat spelen, weliswaar onder de rook van een vermicellifabriek en de stank van een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Beetje Stokstraat. Een hechte gemeenschap. Je trof er geen mensen aan uit Berg en Dal, u weet uit de omgeving van Van Agt. Zelfs het buurtwerk negeerde de mensen en het leven in dat buurtje. Een hechte sociale buurt als asociaal bestempeld, omdat ze arm waren. Jaren later met een kennis er naar toe. Antropoloog. Met een rot vaart om dat buurtje heen. Weg. Veel te gevaarlijk in zijn ogen. Geen kennismaking met de bewoners, geen ouwe herinneringen ophalen.
Misschien moeten we eindelijk eens leren een onderscheid te maken tussen opgelegde structuren, door de overheid, ambtenaren, instanties, en de personen die werkelijk van doen hebben met mensen, kinderen en volwassenen, die in de miserie zitten. Die spreken een andere taal dan die van managers. Managers van steeds grotere instituten (denk eens aan het onderwijs) die op hun best de zaak runnen maar geen enkele notie hebben van wat werkelijk aan de hand is. Ze houden het maatschappelijk evenwicht in stand en worden uiteraard behoorlijk gehonoreerd. Terecht?
Is u ook niet iets anders opgevallen, namelijk het volgende. Het vaak grote verschil in de zorg voor kinderen tussen, laten we ze voor het gemak maar zo noemen, traditionele Nederlanders en de nieuwe lichting, oorspronkelijk uit een andere cultuur, is dat niet frappant? Afgezien van problemen met kinderen en ouders uit rampgebieden ontbreekt deze nieuwe lichting bijna compleet in het zorgcircuit als het gaat over onze allerjongsten. Op die leeftijd tot 4 à 6 jaar wordt de basis gelegd voor het toekomstige leven. Wat later fout gaat kan nog altijd gecorrigeerd worden, wat voordien heeft plaatsgevonden nauwelijks. Juist onder die ‘nieuwe lichting’ is praktisch geen sprake van mishandeling, geen eetproblemen, geen ontwikkelingsachterstand. Hooguit taalachterstand m.b.t. het Nederlands. Hoe zou dat komen? Ik denk dat ik het antwoord weet. Beschaving, aandacht voor de essentiële dingen in het leven, nog niet door en door geïnfecteerd met een opgelegd normenpatroon waarin het eigen ik tot maat der dingen verheven is.
Denkt u met me mee? Hier zou wel eens een belangrijke sleutel kunnen liggen voor een maatschappelijke ontwikkeling in een richting die de samenleving meer ten goede komt.
Bij de post trof ik het volgende aan, over opvoeding gesproken:
Parabel van twee Wolven
Een oude Cherokee indiaan geeft zijn kleinzoon onderricht over het leven.
‘Binnen in me is een gevecht gaande’, zegt hij tegen de jongen.
‘Het is een afschuwelijk gevecht tussen twee wolven. De ene wolf is slecht.
Hij bestaat uit woede, jaloezie, verdriet, spijt, hebzucht, verwaandheid,
Zelfmedelijden, schuldgevoelens, wrok, minderwaardigheid, leugens,
valse trotst, superioriteit en ego.
De andere wolf is goed. Hij is vreugde, vrede, liefde, hoop, kalmte,
Nederigheid, vriendelijkheid, welwillendheid, medegevoel, vrijgevigheid,
Waarheid, compassie en geloof.
Binnen in jou woedt de zelfde strijd en datzelfde geldt voor ieder mens.
De kleinzoon denkt daar enkele ogenblikken over na en vraagt dan aan
zijn grootvader: ‘Welke wolf zal het gevecht winnen?’ De oude Cherokee
glimlacht en antwoordt eenvoudig: ‘Degene die je voedt.’
Met dank aan Morticia
© Bron ingevoegde afbeeldingen: C. Andreas – “Crèche Juliana” (1988)