Gelukkig is de Afghan National Police helemaal niet militair of zo…
Sietse Bosgra
Sinds Nederland besloot haar troepen uit Uruzgan terug te trekken dringen de Amerikanen en de NAVO er bij Nederland met klem op aan de Afghaanse politie te trainen. Het klinkt ongeloofwaardig, de militaire NAVO wil politie trainen? Jazeker, maar die politie van de NAVO heeft niets te maken met de politie zoals wij die kennen. Het gaat om oorlogs-politie, of zoals de Amerikanen zeggen “little soldiers”: Afghaanse analfabete jongens die na een zeer korte opleiding het gevecht aan moeten gaan met zwaar-bewapende Taliban eenheden.
In tegenstelling tot het Afghaanse leger beschikt deze goedkope oorlogs-politie echter niet over gepantserde voertuigen, vaak hebben ze geen helmen en kogelvrije vesten. Als ze worden aangevallen hebben ze geen verbindingsapparatuur om hulp van het leger te vragen. Het gevolg is dat het aantal “little soldiers” dat gedood wordt (1.292 in 2010) drie maal zo groot is als het aantal gesneuvelde Afghaanse militairen.
De Amerikanen zetten echter in op nog meer oorlogspolitie. Zij willen het aantal “little soldiers” in een jaar tijd opvoeren van 100.000 naar 134.000. Om dat mogelijk te maken werd de opleidingstijd van de “little soldiers” tot afschuw van de Europeanen teruggebracht van acht naar zes weken. Desondanks zijn er nog honderden trainers nodig. Dat verklaart waarom de Amerikanen en de NAVO zoveel druk op Nederland uitoefenen om trainers te leveren.
Twee bijlagen bij dit bericht van Sietse Bosgra. De eerste kunt u hieronder lezen, de tweede is als PDF bijgevoegd. Vanwege de actualiteit is aan het eind van dit blog een verwijzing naar een zojuist verschenen onderzoeksrapport van de NYU opgenomen. Het beschrijft met name de relatie tussen de Talibaan en Al Qaeda. De nu langst durende oorlog van de Amerikanen ooit, waarom was deze ook al weer begonnen?
Gaan we terug naar Afghanistan uit vermeend eigenbelang, om de Amerikanen te plezieren ? Met een missie van 545 militairen zal Nederland in de pas lopen met vergelijkbare landen zoals België (575), Noorwegen (420), Denemarken (750) en Zweden.(530). Of willen we in de eerste plaats de Afghanen helpen. Kunnen we dan niet beter thuisblijven en ons inzetten voor vrede in Afghanistan? Het opleiden van para-militaire politie die ingezet wordt om tegen de taliban te vechten leidt alleen maar tot het opvoeren en verlengen van de oorlog. Deze “little soldiers” zijn vaak analfabete jongens die na een korte training van zes weken een uniform en geweer krijgen om als goedkope soldaten de oorlog te worden ingestuurd. Met rampzalige gevolgen: door hun slechte uitrusting (vaak geen helmen, geen kogelwerende vesten, geen gepantserde voertuigen) sterven drie maal zoveel politie-agenten als militairen.
Niemand twijfelt er meer aan: de taliban kan de Amerikanen niet verdrijven, de buitenlandse troepen kunnen de taliban niet verslaan. Het gewapend verzet wordt elk jaar sterker, volgens de Verenigde Naties is het aantal aanslagen in 2010 met 66 procent toegenomen. Dat betekent dat er maar éen uitweg is uit dit heilloze conflict dat al zoveel menselijk leed heeft veroorzaakt: gaan praten met het gewapende verzet. Dat is wat de Afghanen willen: 83 % spreekt zich uit voor onderhandelingen met de taliban. Ook de regering-Karzai pleit voor onderhandelingen. Tijdens de recente topontmoeting tussen Turkije, Pakistan en Afghanistan steunde president Karzai een voorstel om de taliban toe te staan in Turkije een permanente vertegenwoordiging te openen zodat in Turkije over vrede onderhandeld kan worden.
Maar wie is die taliban, is er wel een bestuur waar mee valt te praten ? Het Internationale Rode Kruis, dat zich neutraal opstelt in het conflict, heeft op dit gebied veel ervaring. De organisatie biedt haar humanitaire diensten in het hele land aan, dus ook in de gebieden die in handen van de taliban zijn. Het weigert daarbij voor de bescherming van haar gebouwen en bij haar reizen gebruik te maken van gewapende beveiligers. Het Rode Kruis concludeert uit haar jarenlange contacten met de taliban dat die in veel opzichten opereert als een schaduwregering waarmee afspraken gemaakt kunnen worden. Zo traint het Internationale Rode Kruis sinds 2006 zowel taliban-strijders als het ambulance-personeel van de taliban hoe ze bij het opvangen van oorlogsslachtoffers mensenlevens kunnen redden. Sinds 2007 bemiddelt het Rode Kruis bij de uitvoering van een groot inentingsprogramma tegen polio. En het Rode Kruis bezoekt niet alleen regelmatig detentiecentra van de Amerikanen en de Afghaanse regering maar ook van de taliban. Uit de ervaringen van het Rode Kruis blijkt dat er in Afghanistan een onderhandelingspartner is met wie gesproken kan worden over beëindiging van de oorlog.
Maar mag er wel worden gepraat worden met zulke fundamentalistische terroristen ? Deedee Derksen, die ruim drie jaar lang (2006-2009) de enige Nederlandse correspondent in Afghanistan was die daar permanent verbleef, concludeerde op grond van haar jarenlange ervaring in het land: “Er zijn zoveel verschillende soorten taliban. Tachtig procent daarvan is niet radicaal-islamitisch gemotiveerd, maar is aangesloten bij de taliban uit pragmatische overwegingen.” Dat de taliban slecht is en het door het westen geïnstalleerde bestuur goed, vindt Derksen onzin: “Wij hebben mensen aan de macht geholpen die tijdens de Russische overheersing veel misdaden hebben gepleegd. Dat hebben de taliban daarna ook gedaan, niemand heeft dus schone handen.”
Bovendien is het misleidend om het gewapend verzet in Afghanistan met het woord taliban aan te duiden. In werkelijkheid gaat het om een samenwerkingsverband van meerdere grote organisaties zoals het Haqqani Netwerk, Hezb-i-Islami, Jamat Sunat en het Tora Bora Front. De taliban is slechts een deel van deze organisaties. Daarom spreken neutrale organisaties als het Rode Kruis en Amnesty International en dikwijls ook de regering-Karzai over de “gewapend oppositie”. Om het huidige zwart-witte denken te doorbreken zouden onze media en politici deze aanduiding over moeten nemen. Zo wordt niet langer de indruk gewekt dat het Afghaanse gewapende verzet alleen uit de moslim-fundamentalisten zou bestaan.
Volgens deskundigen is thans op 80% van het Afghaanse grondgebied sprake van een permanente aanwezigheid van de gewapende oppositie, vaak met een eigen lokaal bestuur, een eigen politie, rechtspraak en zelfs met klachtencommissies om aan te geven dat men wil luisteren naar de lokale bevolking. Volgens het Internationale Rode Kruis publiceerde de gewapende oppositie in 2009 een handboek met richtlijnen over de correcte behandeling van gevangenen en over het vermijden van burgerslachtoffers bij oorlogshandelingen.
In de westerse landen is geen draagvlak voor voortzetting van de oorlog. Overal is ongeveer tweederde van de bevolking voor terugtrekking van de troepen. Bovendien, de oorlog kost jaarlijks 150 miljard dollar. Als een deel van dit krankzinnige bedrag voor ontwikkelingshulp zou worden gebruikt zou het westen in de islamitische wereld vrienden maken in plaats van steeds meer vijanden.
bijlage: politie-opleiding Afghanistan
N.Y.U. Report Casts Doubt on Taliban’s Ties With Al Qaeda
By CARLOTTA GALL
Published: February 6, 2011
KABUL, Afghanistan — The Afghan Taliban have been wrongly perceived as close ideological allies of Al Qaeda, and they could be persuaded to renounce the global terrorist group, according to a report to be published Monday by New York University.
Aldus de NYT.
Het rapport kunt u hier downloaden: gregg_sep_tal_alqaeda.pdf
Update: 11-02-2011
Uitgelichte foto: Twitter