Gezag of visie

M.C. Escher: Seated Female Nude III (1920)




Een gastbijdrage, de illustraties zijn door mij bijgevoegd.

felix van moll

GEZAG IN ONZE HUIDIGE SAMENLEVING


In onze huidige samenleving wordt gezag van personen heel anders opgevat dan voor pakweg 50 jaar.

Een paar herkenningspunten daarin volgen nu:

De man was de baas in de familie, de vrouw diende te gehoorzamen. Lange tijd mochten getrouwde vrouwen in geldzaken  niet meebeslissen en konden zonder man geen contracten afgesloten worden.

Een man in uniform had gezag. Daar werd naar geluisterd en naar gehoorzaamd. De hogere in rang had het voor het zeggen zoals in het leger en bij de politie. In de gezondheidszorg was de dokter en de verpleegster de baas over de patiënt. Dat wat zij zeiden was het beste voor jou.

De pastoor/predikant/dominee (ook een soort uniform aanhebbend) was de baas over de parochie en ook welke denkbeelden jij diende te hebben in je geloof en natuurlijk stond hij ook in een hiërarchische positie met  (aarts-)bisschoppen, paus enz.

De dorps/stadsnotabelen zoals notarissen, burgemeesters, wethouders, raadsleden, doktoren, veearts, bankier, pastoor, advocaten, rijke zelfstandigen, industriëlen, onderwijzers enz. bepaalden de gang van zaken in hun plaats in samenspraak met boeren/arbeidersbonden.

Voor leeftijd had men respect. De ouderen hadden het voor het zeggen in de maatschappij. De ”kinderen” legden zich in het algemeen neer bij besluiten van de ouder(s)en.

De (nationale)overheid besliste hoe het moest zijn. Het leger was verplicht om in te dienen en je diende je leven te geven voor je vaderland. Tegenspraak ontstond pas later eerst in de 60 er jaren vooral onder de jongeren.

In dezelfde tijd vond er ook een omslag in mobiliteit plaats voor de meeste inwoners van Nederland doordat zij van kleine gemeenschappen in grotere gemeenschappen gingen wonen. De trek naar de steden, naar andere plaatsen dan de geboorteplaats of streek omdat daar opleiding/werk gevonden kon worden. Men moest ook veel meer gaan studeren/leren en pas later praktisch gaan werken.

Het werk veranderde ook in eenvoudige (on)gemechaniseerde arbeid in (gemechaniseerde) gecompliceerde arbeid en de auto werd gemeengoed.

De communicatie en de nieuwsinformatie veranderden ingrijpend van krant, radio, buurtpraat in TV,  en later computer met internet, smartphone enz. De hoeveelheid informatie en kennis ook globaal nam daarom voor iedereen toe. Iedereen was meer op de hoogte van allerlei belangrijke maatschappelijke en voor zijn persoon belangrijke onderwerpen. Men kon met nuchterheid zijn eigen idee vormen hoe iets functioneerde of kon zijn. (Men ging zich ook opstellen als op de hoogte van allerlei onderwerpen. Men wilde ook meepraten en meebeslissen).

De zeggenschap van de kerk/het geloof over hun gelovigen nam gelijkertijd ook sterk af. Men ging zelf beslissen wat men wilde geloven. De gezagsverhoudingen  werden op de kop gezet en de deconfessionalisering van Nederland werd een feit. De jongerencultuur kwam verder op. Zelfs zo dat de opvattingen/meningen van ouderen lang niet meer zo gerespecteerd werden als in het verleden.

Een wezenlijke vooruitgang in de denktrant van de jongeren  was het besef dat er milieubewust omgegaan moet worden met de wereld en het milieu. Dat ontbrak vaak bij de oudere generatie. Door hun ervaringen werd vooral werkgelegenheid belangrijk geacht.

Ook de meer individuele ontwikkeling (andere persoonlijke leefstijl) stond bij de jongeren  veel meer voorop als bij de oudere generatie van die tijd.

In dezelfde tijd kregen de mensen veel meer geld en vrije tijd. De vakanties werden langer en  zaterdags werken  hoefden een groot aantal mensen niet meer. Men kon veel meer zijn interesses gaan volgen alleen of in grote massa’s wat bij ongeregeldheden een andere vorm van (repressief) gezag deed ontstaan. De zgn (onpersoonlijk opererende) Mobiele Eenheden doen hun intrede in Nederland bij ongeregeldheden, festijnen, grote optochten enz. De dorpsagent voldoet al lang niet meer. Het onpersoonlijke nam navenant ook in de repressie toe.

Vraag: Hoe moeten we om gaan met de veranderde omstandigheden in de gezagsverhoudingen in onze samenleving ?

Dient er niet meer communicatie plaats te vinden tussen de mensen onderling en dwingt niet gezag maar intrinsieke overtuigingskracht  de nodige respect voor elkaar af  en zo zaken te regelen zonder in gezagsstructuren te belanden?

Is teamwork vooral in kleine groepen tot ca 13 personen (speciaal ook in het onderwijs van basis tot voortgezet)  de manier om iedereen tot hun recht in de groep te laten komen en waarbij ook medegevoel met elkaar , zelfbeheersing, samenwerken, creativiteit en individualiteit van elk afzonderlijk lid het beste tot hun recht kunnen komen en geoefend kunnen worden?

Voortdurende kennis en informatievergaring/vermeerdering blijven een belangrijke zaak voor de leden van de samenleving/groep om mee te kunnen praten en te beslissen.

Wat nu bij leden die dat niet willen of kunnen?

Hoe willen wij daarmee omgaan? Door de  gezagsverhoudingen in stand te houden: Repressief en onpersoonlijk bijvoorbeeld door hen op een lage plaats in de samenleving te zetten, hen slecht betaalde banen te geven of gewoonweg werkeloos te laten zonder inhoud en zin in hun leven? Of is er toch nog een andere manier om iedereen mee te laten doen in onze samenleving?

En zij die niet willen, zetten we daar overheid, politie op om hen in bepaalde perken te houden of is continue contact/feeling met hen beter? Straatwerk, jongeren/ouderenwerk, clubwerk enz

Ook t.o.v. de overheid zal de burger voorzien van de nodige kennis en informatie een meer gelijkberechtigde positie krijgen door mee te praten en te beslissen. Daarin zullen de dorps/stadsraden, burgersamenwerkingsverbanden lokaal , nationaal of thematisch georiënteerd hun plaats in kunnen nemen.

Schermafbeelding 2014-03-16 om 23.14.58Is het bij opzetten van werkgelegenheid goed te kijken naar organisatievormen met andere gezagsverhoudingen tot nu toe zoals bijvoorbeeld bij coöperaties ?

Internationaal gezien hebben we met grote machtsblokken en gezagsstructuren om te gaan.
Op dit moment geldt ook hier nog vaak de recht van de sterkste in de EU en de VN en daarbuiten. Alleen al het feit dat deze instellingen bestaan betekent dat er overleg met elkaar is en mogelijkerwijze in de toekomst een meer gelijkberechtigde positie van de leden onderling mogelijk wordt.

Alles kan natuurlijk niet onmiddellijk gerealiseerd worden. Veel vraagt een lange adem, generaties beslist. Wat we echter nodig hebben is een visie voor de toekomst.

Felix


Er volgde een naspel vanwege een foto:



Uitgelicht: M.C. Escher – bron
Vermelding bron ingevoegde foto’s volgt

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.