De wondere wereld van Bommelding Kluftje bracht me vandaag bij iemand die een bericht uit de NRC doorgaf. Na gelezen en gekeken te hebben zat ik er een beetje doorheen: IN ÉÉN KLAP.

We leven in een maatschappij waarbij we ons moeten verplaatsen, ons opgedrongen door de algemene Mobilmachung met de daarbij horende ruimtelijke inrichting. Onze stedelijke ruimte dient voor 90% het autootje. Het ding staat weliswaar bijna altijd stil, maar we hebben het nodig, ook als huisvrouw. De kruidenier op de hoek is verdwenen en de kindertjes moeten naar school. Als het niet zo tragisch was zou je in lachen moeten uitbarsten.
Bromet zei het fijntjes, een potentieel moordwapen, die auto. Voor de bestuurder worden ze steeds veiliger met verhoogd risico voor andere gebruikers van de straat, zoals spelende kinderen en overstekende oudjes. Voor de zekerheid blijven zij vooral binnen of worden met een autootje naar hun bestemming gebracht.
De bloedtol die het autoverkeer opgeëist heeft is niet bij benadering te becijferen, al helemaal niet als je het hele autosysteem in die telling meeneemt. En wat te denken van al die oorlogsslachtoffers? Ook zij werden opgeofferd om de toevoer van de benodigde grondstoffen en brandstof veilig te stellen. Als je dit soort zaken bedenkt wordt pas goed duidelijk hoe schizofreen onze leefwijze is. Als het ons maar baat, als we maar meetellen, de rest kan ons gestolen worden, dat gaat ons niet aan.
Misschien maak ik nog een berichtje over dit onderwerp, omdat het me persoonlijk raakt, weet heb van het verdriet als je kind wordt doodgereden. Nu kan ik even niet verder. Een ongeluk… Ach, het had ook mij kunnen treffen…
Hoe moet ik verder nu, zei die vrouw…
Reproductie: bron