Nathan Lerner: Children on Ford (1936)
Jan Blommaert

Geert Wilders, die Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet afgeschaft wenst te zien – het gelijkheidsbeginsel – ziet zichzelf als volbloed liberaal. Hij begon zijn carriëre bij de VVD en zijn huidige partij heet – kan het liberaler? – Partij voor de Vrijheid. In zijn vroege jaren als kamerlid voor de VVD onderscheidde hij zich door donkerblauwe standpunten over langdurig werklozen en arbeidsongeschikten, en inzake economisch beleid is er naar verluidt nooit iets aan zijn lippen ontsnapt wat afweek van neoliberale doctrines. Nochtans zien we dat hij de hoeksteen van de liberale democratie, het gelijkheidsbeginsel, eruit wil. Hij is een liberaal die zich kant tegen de grote liberale waarden. Merkwaardig toch?
Of toch niet? In België, waar we de retoriek die Wilders nu produceert al ruim twintig jaar gewend zijn – het is dezelfde als die van het Vlaams Blok/Belang – zien we eveneens dat hardcore liberalen het niet zo voor de grote liberale waarden meer hebben. Jean-Marie Dedecker, tot voor kort Vlaanderens strafste politicus en zelfverklaarde ultra-liberaal, volgt Wilders in heel veel opzichten. Ook voor hem is gelijkheid tussen mensen een klucht, en hij baseert zich hiervoor op zijn jarenlange ervaring als judo-coach. Goud, zilver en brons: dat zijn wezenlijke verschillen in de sport en in de samenleving. Of neem nu meer gematigde Vlaamse liberalen. De liberale think tank Liberales, geleid door Dirk Verhofstadt (broer van) trekt al jaren van leer tegen Moslims en andere gelovigen, en pleit al jaren voor een gezonde politiek van zelfverdediging: onze democratie moet zich krachtig verweren tegen eenieder die ze wil aanvallen. Liberales ziet zichzelf als een ‘progressieve’ organisatie, en ziet liberalisme als draaiend rond individuele vrijheid, rechtvaardigheid en mensenrechten. Welnu: neem mensen hun staatsburgerschap af, straf allochtone criminelen harder dan autochtone, gooi illegale immigranten in gevangenissen, maak gevangenissen hard en meedogenloos, radicale moslims horen hier niet thuis, gooi alle luilakken van de bijstand, weg met de hoofddoeken en burka’s, dwing allochtonen Nederlands te spreken ook in de privacy van hun eigen woning – we hebben dit doorheen de jaren allemaal leren kennen als standpunten van ernstige, nuchtere liberalen. Liberales heeft dus nog wat werk voor de boeg.
De grote liberalen vallen de grote liberale vrijheden aan, en ze vallen ze af. De vrijheid van godsdienstbeleving, van politieke en levensbeschouwelijke overtuiging en beleving, van organisatie, en zelfs van meningsuiting zijn allemaal voorwaardelijk geworden: ze gelden voor sommigen (voor ons) en niet of niet altijd voor anderen (bijvoorbeeld wanneer die anderen er een fors geloof in Islam op nahouden). Toen er in 2002 rellen uitbraken in Borgerhout schreeuwde premier Verhofstadt – de blauwste der blauwen – in het parlement dat, indien de leider van de Arabisch-Europese Liga Abou Jahjah niet gearresteerd en vervolgd kon worden op grond van bestaande wetten, het parlement er maar een nieuwe moest maken die dit wel toeliet. Zo interpreteren hedendaagse liberalen de grondrechten die vanuit de Verlichting zijn doorgegeven en die ze als credo in hun liberale gedachtegoed beweren te koesteren. Het valt op dat het op vele plaatsen de sociaal-democraten zijn die de oude liberale vrijheden verdedigen. De sociaal-democratie heeft zo de ideologische plaats ingenomen van de liberalen, terwijl de liberalen opgeschoven zijn naar een terrein dat tot voor enkele decennia exclusief eigendom was van extreem-rechts.
De grote liberale waarden en vrijheden lijken bij heel veel mensen niet meer bekend te zijn. Dit geldt zowel voor de inhoud van die beginselen – welk soort vrijheden schetsen ze – als voor het statuut ervan – ze zijn niet negotieerbaar, opschortbaar, of voorwaardelijk maar absoluut en universeel – en voor hun consequenties – de burger heeft de plicht om deel te nemen aan de democratie, door zijn of haar belastingen te betalen, de wetten na te leven, de vrijheid van anderen te respecteren en deel te nemen aan het politieke proces via verkiezingen en het opnemen van politieke verantwoordelijkheid (wat Wilders ook weer afwijst). De waarden zijn, zoals de Declaration of Independence het stelt “Truths”, waarheden, axiomatische stellingen die we moeten aannemen als grondslag voor een vrije en open samenleving waarin overigens al de rest ter discusie kan staan. Ze vormen, om even een andere terminologische straat in te lopen, een ‘ideologie’: een samenhangend geheel van ideeën en standpunten die de politieke en maatschappelijke praxis leiden en coherentie verlenen. De liberale waarden zijn een Groot Verhaal, en daardoor is democratie dat eveneens.
Uitgelichte foto: bron