Michael Thompson: aaliyah for w may 1999
Niemand verloochent zijn ware aard, zeker fascisten niet en de wegberijders voor fascistische macht.
OOK BIJ PECHTOLD KWAM HET HOGE WOORD ER UITEINDELIJK NIET UIT
Jan Blokker
Eigenaardig dat tijdens het verkiezingsdebat niemand een poging deed om de mond te snoeren van de schreeuwlelijk aan tafel. Je moest een grote keel opzetten om over dat humorloze, verbeten Venloos heen te komen, daar niet van. Maar volume hadden de anderen genoeg – ze hadden alleen geen tekst. Louter redeloze fractievoorzitters lieten het geschreeuw over zich heen komen. Niet één met de intelligentie, de argumenten en het retorische talent om verder te komen dan ongearticuleerd terugroepen. Niemand bij machte om de winnaar met rationele taal in z’n eigen hoek te drijven.
Terwijl ze niet eens allemaal hadden verloren. GroenLinks kreeg er een zetel bij. De SP was niet achteruitgegaan. De VVD – kampioen van de vrije meningsuiting – loog dat ze hadden gewonnen. D66 klom van 1 naar 3. Alexander Pechtold mocht evenveel victorie kraaien als de schreeuwlelijk die het van 0 tot 4 had geschopt. Probeer vier maar eens door nul te delen.
Pechtold was ook de enige die een poging tot aanval deed. Hij herinnerde aan uitspraken over ‘stoottroepen’ die de tegenstander had gevormd, over ‘de miljoenen’ die nu klaar stonden om het werk te voltooien.
‘So what?’ schreeuwde de schreeuwlelijk.
Waarop Pechtold de rest inslikte. In 2005 is hij nog even minister van Bestuurlijke Vernieuwing geweest (praatjes over Nationale Conventie en Burgerforum Kiesstelsel): een ruiszoekend kereltje. Nu miste hij de kans om voor volk en vaderland alsnog een kerel te worden. Hij hoefde maar één keer uit te spreken wat er gebeurt als de schreeuwlelijk zijn zin krijgt. Maar hij durfde niet omdat er een taboe op rust. Er is maar één thema dat je tegenwoordig over de oude jaren dertig politiek correct mag uitspreken, en dat is het evangelie van Afshin Ellian: als we nu net zo bang en lankmoedig de islam tegemoet treden als toentertijd het fascisme, valt de Grebbeberg straks binnen drie dagen in handen van Osama bin Laden.
‘Net als toen’, had Pechtold willen zeggen, ‘begint het met dreigen, en eindigt het met knuppels; begint het met het intimideren van academici, en eindigt het met plundering van de hele grachtengordel waar immers de Amsterdamse universiteit is gehuisvest; begint het met een brandstapel voor boeken – ‘als ik het woord cultuur hoor, grijp ik m’n revolver’ – en eindigt het in de gaskamer.
Maar nog voor hij de zinnetjes had bedacht, waren ze al ingeslikt. Zouden veel kiezers die nu de schreeuwlelijk steunden, niet voor D66 kunnen worden gewonnen? Dat zag je ook Rutte denken, terwijl hij – Sjors van de Debatersclub – steeds dichter tegen de schreeuwlelijk aankroop, en de mevrouw van de PvdA dacht het, en de meneer van het CDA: we moeten een beetje op hem gaan lijken, dan keren onze kiezers vanzelf terug.
En de schreeuwlelijk schold nog eens tegen de kunstenmaffia, de publieke omroep, de journalistiek en de rode (joodse) neuzen die afgehakt moeten worden – niet blij of tevreden, eerder humorloos en verbeten, maar wél op z’n hoogtepunt: Triumph des Willens.
Half Nederland zie je al vast inschikken om er te zijner tijd zo goed mogelijk af te komen. Kereltje Pechtold schudde in een Haagse wandelgang in het voorbijgaan demonstratief de hand van de schreeuwlelijk. Kamerlid Henk Jan Ormel (‘we moeten dit geluid niet ontkennen’) viel hem om de hals. De fractievoorzitters wisten niet hoe vaak ze hem geluk moesten wensen. En Balkenende maakt zich op om bij wijze van offer voor het vaderland de Von Papen van zijn vijfde kabinet te worden.
De journalistiek was al voorgegaan. Op de ochtend van de verkiezingsdag opende de Volkskrant met het nieuws dat Marokkaans tuig in Rotterdam inderdaad kampioen crimineel is. Pas toen de schreeuwlelijk had gewonnen, werd het bericht enigszins gerectificeerd.
BRON
nrc-next – 8 juni 2009
Uitgelicht: bron