Wat wil het toeval? Afgelopen week kwamen me een aantal kiekjes uit het familiealbum onder ogen. Foto’s uit de dertiger jaren, uit Indië.
Ook afgelopen week kwam de enige overlevende van Rawagede, van de Nederlandse massamoord op de inwoners van Rawagede, in Nederland op bezoek. Op zijn blog besteed ook Peter Breedveld er aandacht aan: Saih Bin Sakam.
Wie kent echter, al is het summier, de geschiedenis van Indonesië, het land dat Holland zoveel rijkdom bracht, naast de zeeroverij, de handel in opium en de slavenhandel? Hoe kwam in dat land de islam terecht en werd het vervolgens op een rabiate katholieke wijze vanaf 1500 door de Portugezen gecontroleerd voor hun lucratieve handel? Op hun beurt werden deze kooplui een eeuw later in korte tijd van hun handelsnederzettingen door de VOC verdreven. Hiermee begon voor Indonesië een bijna 350 jaar durend koloniaal bewind dat de ontwikkeling van dit land praktisch tot stilstand bracht. Ging het Portugezen nog slechts om het monopolie op de specerijenhandel, het werkelijke keerpunt kwam door de Hollanders die de ware christelijke cultuur en civilisatie brachten. De blanke staat daarom in deze contreien niet voor niets bekend als zinbeeld voor barbarij.
Abrupt kwam aan de Hollandse overheersing een einde bij de inval van Japan in 1942. Drie jaar later werd de onafhankelijkheid uitgeroepen. De Hollandse belangen moesten hoe dan ook veilig gesteld worden. Twee modellen waren mogelijk, een vanuit Nederland gecontroleerd federaal Indonesië of dekolonisatie, waarbij de belangen van het kapitaal niet geschaad werden, het Amerikaanse model.
1939: 1.576.000 ton suiker, 121.000 ton koffie, 83.000 ton thee, 383.000 ton rubber, 12.000 ton kina, 244.000 ton palmolie, 537.000 ton copra, 71.000 ton peper, 120.000 ton tabak, 245.000 ton bauxiet, 30.000 ton tin, productie van ruwe petroleum 8 miljoen ton. Investeren in dat land was zeer lucratief en moest mogelijk blijven. Roof, plundering, uitbuiting dat is het beeld dat het Hollandse kolonialisme in Indië achterliet. Na de oorlog werd het: “Uitvoeren of sterven” aldus prof. Boeke in zijn “Indische Economie”. Of Indonesië deze ontwikkeling ooit nog te boven komt valt te betwijfelen.
Verder, zonder commentaar, een aantal kiekjes…





Nog een ps
Twee kaartjes uit de Bos atlas, uitgegeven door J.B. Wolters – Groningen, Djakarta – 1951. Deze atlas verschijnt dus zes jaar na de onafhankelijkheid van Indonesië en twee jaar na het beëindigen van de oorlog met de vroegere koloniale machthebbers. Het kaartmateriaal is praktisch onveranderd t.o.v. vroegere uitgaven toen nog onder de benaming Nederlandsch Indië. Slechts twee bladen m.b.t. Indonesië zijn geheel vernieuwd, vermeld het voorwoord, waarbij de erkentelijkheid wordt betuigd aan het Centraal Missie Bureau te Djakarta en aan het Zendingsbureau te Oegstgeest voor het verstrekken van de gegevens.
Voor ons toch een zegen dat de Kerken pal staan voor de Westerse beschaving. Ze weten zich te plooien naar elke willekeurige (politieke) omstandigheid en ze zijn onze beste informanten over de toestand elders. Het zielenheil van de inboorlingen staat hierbij voorop, dat spreekt.
De kaarten. Boven de RK missionering, beneden de protestantse kerken.
Laatste update: juni 2020
LITERATUUR
W.T. Neill: Twentieth Century Indonesia (New York, 1973)
Rudy Kousbroek: Het Oostindisch kampsyndroom (1992)
Uitgelichte kaart: bron onbekend