Een feest van herkenning. Honderden geluidsbanden met duizenden uren opnames met daarnaast nog materiaal op geluidscassettes, DAT en MIDi. Gegevens zijn opgeslagen en verwerkt in een database. Bij het min of meer willekeurig terugluisteren doe ik ook ware ontdekkingen.
Opvallend is wel, merk ik nu, dat veel in mijn geheugen is blijven hangen van wat ik ooit gehoord heb. Toch laat het geheugen je ook in de steek, het kleurt.
Zo die stem van Ulrike Meinhof…
Dat was in 1962. Veertien jaar later was ze dood, zelfmoord, moord?
In het “Kritisches Tagebuch” van de WDR viel het volgende te beluisteren. Aansluitend, enkele maanden later, een commentaar uit Engeland van Erich Fried.
WDR 3 – 10 mei 1976
WDR 3 – 18 augustus 1976
In 1968 maakte Ulrike Meinhof duidelijk dat het contraproductief is een warenhuis in brand te steken en leeg te roven. Maar wat dan wel? Ze begint het artikel “Warenhausbrandstiftung” met de opmerking dat er onschuldige slachtoffers kunnen vallen. Zijn er ook mogelijk schuldige slachtoffers? Ja die zijn er. Hans Martin Schleyer werd er eentje. Met welk recht?
Timon Koulmasis: Ulrike Marie Meinhof – “Lettre å sa fille” (1994)
-
VERDRINGING ZOEKT EEN UITWEG
-
VRIJ, VRIJ VAN HEERSCHAPPIJ
-
ZIJN WE VERDOEMD TOT PASSIVITEIT?
-
MALINA
-
DE LAFHEID VOOR ZIJN VRIENDEN
Uitgelichte foto: bron