Enki Bilal: Le sommeil du monstre
In je directe omgeving overlijdt een dierbare. Je moet verder. Je hoort dat een oude bekende of een ver familielid is overleden met wie je herinneringen deelde. Een mooi boek uit zijn erfenis wordt je geschonken. Persoonlijkheden overlijden, die je om vaak meer dan een reden bewonderde. Hun erfenis koester je, die van musici met name. We vergeten ze niet, ze maakten deel uit van ons leven. Morgen ben jezelf aan de beurt, of overmorgen.
Gisteren las ik dat Huguette Dreyfus, groot claviciniste, al drie maanden geleden was overleden. Zij was het die al jong koos voor het authentieke instrument i.p.v. een modern, zoals in navolging van Wanda Landowska nog gebruikelijk was. Voor haar schreef in latere jaren Henri Dutilleux zijn Citations pour hautbois, contrebasse, percussion et clavecinin 1991. Bach, steeds weer Bach, maar ook andere grootheden uit de klassieke periode, zoals zij de “barok” terecht overigens wenste aan te duiden, met bovenaan Rameau, Scarlatti en Couperin, stonden bij haar op het repertoire, naast “modernen”.
Haar carrière begon omstreeks 1960, juist in de tijd toen ik mijn grote ontdekkingsreis begon in de wereld van muziek, van Monteverdi en Rameau tot Alban Berg. Van haar bezit ik enkele opnames op LP. Ook deze.
Een korte poos eerder had ik die sonates leren kennen via een uitvoering van Marguerite Long op de piano. Een groter contrast tussen deze twee interpretaties is nauwelijks denkbaar. Door Huguette Dreyfus heb ik het clavecimbel leren ontdekken en werd het m’n lievelingsinstrument.
Nauwelijks twee clavecimbels zijn identiek en het karakter van de musicus komt rechtstreeks tot uiting omdat de bespeler de volledige klank tot in de nuance toe kan beheersen. Vergelijk het fijnzinnige, picturale, zeer vrouwelijke spel van Dreyfus maar eens met dat van Scott Ross. Dat is veel dynamischer, mannelijk. En toch zijn ze beide prachtig. Die kleurenrijkdom die op een clavecimbel verwezenlijkt kan worden is op een piano doodeenvoudig onmogelijk.
Beluister nu eens de meer beschouwende interpretatie, diepzinnigere wellicht, van Gustav Leonhardt:
Dergelijke muziek, zo uitgevoerd, die mag wat mij betreft eindeloos doorgaan. Helaas, we zijn sterfelijk en deze drie musici zijn niet meer in ons midden. Ook niet Han Reiziger, de kleine man bij de VPRO, met een grote kennis van en liefde voor de muziek. Steeds nerveus en onhandig, wist hij te enthousiasmeren. Een echte radioman, later ook op de TV en hier in gesprek met Leonhardt, de fijnzinnige aristocraat. Een programma van vijftien jaar geleden om terug te kijken:

Legendarisch een gesprek van die twee met Laure Adler op de Franse TV. Grappig, haar programma werd door de VPRO geïmiteerd. Hanneke Groenteman, weet u nog? Het kon niet in de schaduw staan van het origineel. Kijk maar, Le cercle de minuit. Vier maal per week, anderhalf uur of langer…
In dit programma van twintig jaar geleden kwamen ook Paul Virilio en Enki Bilal aan bod, beiden gelukkig nog onder ons:
Zo, op deze manier kunnen we nog wel even doorgaan. Het een valt altijd aan het ander te koppelen. Herinterpreteren, van alle kanten bekijken. Dat kan middels muziek nog het beste. Kijk en luister maar…
We moeten vooruit, maar vergeten? Haten? Angst, waarvoor? Paul Virilio: “La peur est la grande maîtresse du monde”…
-
HEB JE WAT, BEN JE WAT…
-
HET GEHEIME GENOOTSCHAP…
-
ER WAS AL IETS BEKEND
-
EEN POSTBODE EN EEN POLITICOLOOG OVER DE STAD
-
TE VROEG / TE LAAT
-
ZOVER IS HET AL GEKOMEN…
Uitgelichte afbeelding: Enki Bilal – bron
Ingevoegde foto’s: Huguette Dreyfus – bron: Diapason en Laure Adler – Screenshot France 2