Zover is het al gekomen…

Nikolaus Harnoncourt


 

“Cultuur begint vroeg, thuis en op school. Die ter discussie stellen, eigenlijk die willen vernietigen, is een regelrechte misdaad. Het kan bijna niet anders dan dat gezegdes als (roep-)toeters en toeterorkesten uit de mond komen van typische non-valeurs uit het kamp van het genootschap voor de vrijheid.
 Zestig jaar na dato kwamen ze weer uit hun holen gekropen met hun hang naar een nationalistische ideologie gedragen door een aan de tekenen des tijds aangepast normen- en waardenpatroon. Daarmee beroepen ze zich op iets dat hun voorlopers vernietigd hebben. Een echte fascistenstreek.”

 

 

In enkele jaren tijds is het al zover gekomen dankzij cultuurbarbaren als Geert Wilders en Martin Bosma. We zijn tot gidsland geworden, wat we steeds zo graag wilden zijn. Onze cultuur, die geldt voor heel ons volk, taal, muziek, kleding, voedsel en bovenal onze superieure wooncultuur, die laten we niet ondermijnen door barbaren, die niet veel verder gekomen zijn dan zich uit te drukken in een woestijntaal. De stompzinnigheid en platvloersheid wint op alle fronten. En zij is grenzenloos.

Un musicien iranien hué à Cologne parce qu’il ne parlait pas allemand


Je vraagt je af wat ons nog verder te wachten staat als het fascistisch gepeupel zelfs een clavicinist gaat uitjouwen als hij ter inleiding op een werk een paar woorden in het Engels spreekt. Tijdens het spelen werd Mahan Esfahani onderbroken door gefluit en geschreeuw. Mensen verlieten de zaal. Dit alles in Keulen, maart 2016. Je wordt kwaad als je zoiets leest maar je kunt je gevoel niet kwijt.

Twee dagen later stierf Nikolaus Harnoncourt. Hoeveel van die barbaren in de Philharmonie in Keulen zullen ooit van die man gehoord hebben? Van Jordi Savall, René Jacobs en al die anderen die de door en door verburgerlijkte 19e eeuwse muziekcultuur uit haar keurslijf verlosten? Stompzinnige kleinburgers willen o zo graag meetellen en steeds stoten ze zich aan hun tekortkomingen, hun benepenheid, hun grenzen. Die overschreeuwen ze… Welke cultuuromslag ook plaatsvond en vindt ze zullen het niet beseffen, daartoe zijn ze niet uitgerust, ze proberen slechts de schijn op te houden en daartoe hoort onverbiddelijk ook concert- en museumbezoek.


De concertpraktijk, ontstaan na de Franse revolutie met als grote protagonist Berlioz, gevestigd door symfonieorkesten gesmeed naar de hand van dictatoriale dirigenten en vaak ter begeleiding van klavierleeuwen en dito violisten als Paganini, vormde het centrum van het stedelijk cultureel leven. Tot ver in de 20ste eeuw konden die orkesten het romantisch repertoire van achter naar voor en van voor naar achteren spelen. Het overige repertoire bleef grotendeels buiten beschouwing. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de doorbraak. Plots verschenen ook “oude” componisten als Vivaldi op het programma en werden “modernen” als Stravinsky geapprecieerd.

De ontdekkingsreis ging verder, uitvoeringspraktijk, het bespelen van authentieke instrumenten als het clavecimbel, kregen een plaats naast de gevestigde orde. Eigenlijk was dat proces al veel eerder begonnen, met name onder Wanda Landowska, een Poolse pianiste die het clavecimbel a.h.w. herontdekte. In 1925 richtte zij de “École de Musique Ancienne“ op die we als voorloper kunnen beschouwen van de Schola Cantorum Basiliensis waaruit vele grote namen zijn voortgekomen als de clavicinist Gustav Leonhardt en de gambist Jordi Savall.

De naam Harnoncourt blijft onlosmakelijke verbonden aan Monteverdi. De Orfeo onder zijn leiding in 1969 was een werkelijke doorbraak. Corboz en Wenzinger waren hem weliswaar voorgegaan, maar zeker de uitvoering van laatstgenoemde doet zeer gedateerd aan. Niet met zijn orkest, maar met dat van de opera in Zürich voerde hij het werk opnieuw in 1978 uit. Nee, Harnoncourt was geen dogmaticus… Hier de opname:


Ondertussen dwaal ik af of eigenlijk ook niet. Zover is het al gekomen was het thema. Niemand hoeft zich te schamen voor zijn beperkingen, zijn gebrek aan kennis, behalve als die gewild zijn, gebaseerd zijn op een gebrek aan respect en belangstelling naar het onbekende. Is dat het geval, dan ben je een gemakkelijke prooi voor fascistische rattenvangers die zwijmelen over “onze” cultuur, de werkelijke cultuurbarbaren. Vergist u niet, u treft ze ook aan onder operaliefhebbers: Muziek, een operadeskundige. Hierin is sprake van een dergelijk liefhebber, iemand die een handboek over opera had bewerkt, maar nog nooit een noot van Monteverdi, laat staan van al die andere grote componisten voor Mozart, had gehoord. En Offenbach een genie? Ook dat zal deze man niet kunnen vatten.
 
Tot slot…

Nikolaus Harnoncourt : sa dernière interview dans Diapason.

 




Uitgelichte foto Marco Borggreve – Diapason
Ingevoegde foto: Mahan Esfahani – franceinfo

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.