Édouard Boubat: Jardin de Luxembourg, Paris
In de goeie ouwe tijd van de grammofoonplaat had je in een relatief kleine stad als Maastricht behoorlijk wat platenwinkels. Eentje was oorspronkelijk een zaak voor muziekinstrumenten, maar van lieverlee overgestapt op platen en hifi. Een groot deel van mijn zakgeld heb ik daar besteed. De eigenaar was joods.
Na mijn eerste grote opera ervaring met “Les Indes galantes” in Parijs meteen naar Hilger. Zo heette die zaak. En jawel, hij had een opname. Niet lang daarna kwam hij te overlijden en zijn vrouw stond er nu alleen voor. Weer eens in de zaak vroeg de verkoopster of ik mevrouw wilde geruststellen. Ze rook steeds gas… Er was niets aan de hand, zoals het meisje haar ook al duidelijk had proberen te maken. Maar ik vergeet nooit de panische angst van die vrouw, toen ik met haar door dat pand ging, trap op, trap af. Dat was de laatste keer dat ik haar ontmoet heb. Korte tijd later was ook zij niet meer.
Nooit heb ik geweten waar haar angst vandaan kwam. Je kunt het alleen vermoeden. Die ervaring heeft voor mij ook met muziek te maken. De speakers uit hun speciaal voor de vaste klanten ingerichte luisterruimte staan nog altijd bij me thuis. Daar kan ik niet van scheiden.
-
Ô ENFANCE!
-
STEEDS DRIESTER…
-
DE WAAN VAN ALLE DAG
-
JEAN-PHILIPPE RAMEAU
-
MUZIEK, EEN OPERA DESKUNDIGE
-
RAMEAU IN ONZE TIJD
-
SCHAKEN, OUWEWIJVENPRAAT EN EEN BLOTE KONT…
-
MIJN HUWELIJK
-
JEAN-PHILIPPE RAMEAU
Uitgelichte foto: bron