Muziek, literatuur, antisemitisme

Ernst Ludwig Kirchner: Portret van Otto Klemperer




Steeds weer moet m’n vrouw me herinneren aan relevante zaken om te lezen. Vandaag: De Groene van twee weken geleden over J.F. Vogelaar. Twee stukken beval ze aan, eentje van Cyrille Offermans, het ander van Johanneke van Slooten. Offermans onder de titel Een repeterende breuk zegt: “De personages van Jacq Vogelaar doen denken aan Kafka’s hongerkunstenaar. Het wemelt in zijn werk van de buiten­staanders die de wereld schuwen als de pest en alleen nog zijn aan te treffen op afzijdige locaties en trajecten, op ‘sluiproutes & dwaal­wegen’. Een terugblik op het ­leven van een ­mateloze ­terug­schrijver.”

Lang geleden schreef Vogelaar over een andere terugschrijver, Philo Bregstein, naar aanleiding van diens roman Persoonsbewijs: gesprekken rondom een overlevende.

Met Bregstein, een muziekliefhebber en groot bewonderaar van Klemperer, heb ik eens contact gezocht i.v.m. een marathon programma over Furtwängler. Ik vond het niet kunnen, wat de VPRO deed, zeker niet vanwege de overwegend eenzijdige benadering van de persoon Furtwängler met daarnaast, leek het wel, een verafgoding van zijn muzikale prestaties als dirigent. Furtwängler, der Einzige… Als antipode werd Toscanini ingevoerd bij monde van Sergiu Chelibidache. Wist u, zei Chelibidache, dat Toscanini een fascist was, een van de eerste aanhangers van Mussolini? De rest van het verhaal vertelde hij er niet bij. Korte tijd na die VPRO serie kreeg Chelibidache een miljoenencontract aangeboden door Ceaucescu om in Roemenië een toporkest op te bouwen. Hij aanvaarde dat aanbod dankbaar.

De roman van Bregstein handelt over een violist die Auschwitz overleefd heeft. De bespreking uit 1974 van Vogelaar verscheen in De Groene en laat ik hier volgen. Een zeer leerzaam stuk, tevens een leerstuk over het Hollandse antisemitisme.






 

Twintig jaar later, wederom in De Groene:


Antisemitisme in nederland

‘Het is de menselijke geest eigen te haten wie hij gekwetst heeft’ (Jacques Presser)

Deze tekst is een aangepaste versie van Philo Bregstein, ‘Le paradoxe neerlandais’, in: Histoire de l’antisemitisme 1945-1993, onderredactie van Leon Poliakov, Editions de Seuil, 1994. Vertaling uit het Frans: Anne Pek.

Nederlanders zijn, schrijft Leon Poliakov in ‘Histoire de l’antisemitisme’, het toonbeeld van ‘goed nabuurschap met de joden’. Dat daar wel wat op valt af te dingen, blijkt uit de bijdrage van Philo Bregstein in hetzelfde boek. Hadden de Nederlanders de joden tijdens de oorlog al weinig te bieden, vanaf de bevrijding tot op de dag van vandaag volgde het ene antisemitische incident op het andere. De weinig verheffende geschiedenis van het naoorlogse antisemitisme in Nederland. Nederland is, wat het naoorlogse antisemitisme betreft, een land vol tegenstrijdigheden. Enerzijds lijkt antisemitisme hier gewoon niet te bestaan. In geen Westeuropees land heeft men bijvoorbeeld zo krachtig positie gekozen voor Israel als in Nederland. Anderzijds hebben de antizionistische campagnes sinds de jaren zeventig in Nederland een kwaadaardiger wending genomen dan elders in West-Europa, met uitzondering dan van het voormalige West-Duitsland. Dit antizionisme, soms verwoord door bekende en gerespecteerde persoonlijkheden, gleed regelmatig af naar onversneden antisemitisme.

Philo Bregstein, 20 april 1994

 

Als aanvulling op dit artikel vanwege commentaren verscheen later nog van Bregstein: Antisemieten, antizionisten en negationisten

 

Wat bof ik toch met een vrouw die met belangrijke zaken bezig is. Verder zeg ik niets meer…

© Socialistische Uitgeverij Nijmegen (artikel Vogelaar)
 




Schumann
Fantasiestücke op.88 (Duett)
Renaud & Gautier Capuçon, Martha Argerich (Warner)

Uitgelicht: bron
Muziek: Diapason – 2019-02

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.