“Nooit weer”, “Nooit weer fascisme” heette het in 1945. Duitsland en Italië, de kernlanden van de fascistische macht in Europa waren verslagen. Met fascistische landen die niet actief aan de oorlog hadden geparticipeerd werd in de strijd tegen de nieuwe vijand, de vijand van het kapitalistisch imperialisme, het Rode Gevaar, in alle gemoedsrust gecollaboreerd. Immers, de vijand van onze vijand is onze vriend. En zo mochten Spanje en Portugal nog decennia lang zuchten onder een fascistische dictatuur. In Griekenland werd zelfs een dergelijk regime in het zadel geholpen.
CONTRE L’OUBLI – NIEMALS VERGESSEN!
Spanje – Portugal – Griekenland
Het fascisme is de alles bepalende politieke stroming in het interbellum. Een stroming met een ideologie die zich moeilijk laat definiëren. Overheersende kenmerken zijn het nationalisme, een sterk centralistisch gezag, het onderdrukkend geweld, één leer met één waarheid. Bij de nazi’s vormde het racisme nog een sterk element ter benadrukking van de eigen superioriteit. Superioriteit welhaast hèt kenmerk van fascisme. Om aan de macht te komen konden de fascisten gebruik maken van de heersende maatschappelijke verwarring, waartoe ze zelf het nodige bijdroegen, en de politieke en economische instabiliteit, zie Italië en Duitsland.
Het klimaat waarin het fascisme kon gedijen leek na de WOII verdwenen. Toch werd zonder blikken of blozen fundamenteel gedachtegoed van de fascisten overgenomen. In ons land de corporatistische idee, de SER, en in de RO planning volgens concepten van centralisatie en concentratie. Over wat dat fascisme behelsde werd nauwelijks meer gesproken, het kwaad was verpersoonlijkt in de figuren Hitler en Mussolini en die waren overwonnen, de beesten waren verslagen en leefden niet meer. Er moest opgebouwd worden, eerst de infrastructuur dan kwam de rest. Lage lonen en een hoog rendement, dat waren de voorwaarden. Sociale rust was het credo en daar zorgde Vadertje Drees en Romme voor. Die oorlog in Indië was ver weg. In het kort geef ik onbewust de periode weer waar de generatie van mijn ouders in opgroeide en waar ze hun karig bestaan aan dankten… crisis, oorlog en wederopbouw. Hoe velen hebben dat niet met hun gezondheid moeten bekopen?
Een van hen was mijn vader, nauwelijks vijftig jaar oud. Hartinfarct vanwege de medicatie van reuma. Nee, hij behoorde niet tot de kaste van profiteurs. Die hadden steeds de ‘goede’ kant weten te kiezen hun eigen belangen gedachtig. Die speculeerden, belegden in onroerend goed bijvoorbeeld, en werden er rijk van op kosten van de samenleving. Nooit hadden ze zelf enig vuil werk opgeknapt. Zij waren het die er voor zorgden welk werk verricht moest worden en voor welk prijskaartje. En om dit laatste in de hand te houden kregen we ‘gastarbeiders’… Met dank aan de IJzeren Gordijn werd wel tot 1989 de schijn opgehouden van de sociale staat; dat masker viel tegelijk met de val van de muur in Berlijn. In ras tempo werd geprivatiseerd al wat tot de kerntaken behoort van een verzorgingsstaat. De kloof arm en rijk werd en wordt alsmaar groter. Die kloof wordt nog eens nadrukkelijk verdiept door ruimtelijke segregatie.
De grootste zorg van een staat is het handhaven van de orde. Maatschappelijke onvrede is niet gewenst vanwege vooral de financiële lasten en het imago. De succesformule is de blik doen afwenden van de oorzaken van de problemen waar ze werkelijk liggen, n.l. binnen onze politiek-economische orde orde, naar een van buiten dreigende vijand. Tot ’89 vervulde de Sovjet Unie voortreffelijk deze rol. Deze bron van alle kwaad viel weg en alras verscheen er door de goede zorgen van het Pentagon een nieuwe, de Islam. Misschien ongewild bleek dit een tweesnijdend zwaard te zijn: controle om onze energievoorziening veilig te stellen en m.n. in Europa, het sterke Europa met zijn Euro, een bron van sociale onrust te kweken met de moslims als zondebok. En zo er in een vergelijkbaar periode van desoriëntatie en crisis, de jaren 20 en 30 in de vorige eeuw, vormen van fascisme konden opbloeien zien we iets vergelijkbaars nu terug. Er komen dan figuren als Hitler en Wilders bovendrijven met een uitgesproken boodschap en dreiging. Laat u geen zand in de ogen strooien bij deze laatste voor zijn geveinsde liefde voor joden. Alleen al zijn beroep op z.g. joods-christelijke waarden moet alle alarmbellen doen rinkelen.
Om de huidige context van het fascisme te illustreren verwijs ik naar een artikel van Newsweek, verschenen afgelopen maand februari: “Europe’s Extreme Righteous – Far-right European politicians find love—and common cause—in Israel.”
Eerder al had ik dit artikel willen gebruiken om overeenkomsten in het opereren van Hitler en Wilders aan de kaak te stellen. Het toeval wilde echter dat overal lijstjes verschenen met vergelijkingen tussen die twee personen. Dergelijke vergelijkingen zullen a priori altijd mank gaan, andere tijden, andere zeden. Dit soort personages zijn overigens helemaal niet zo uniek, eerder dertien in een dozijn. Ze komen bovendrijven in een bepaald tijdsgewricht, ze zijn behept met een bepaalde karakterstructuur, onmiskenbaar zijn ze paranoïde of worden het steeds meer en nadrukkelijk, ze worden gebruikt voor zaken die ze zelf niet in de hand hebben. Dat laatste zien ze niet of willen het niet zien.
Uitgelichte foto: Balint Porneczi – AFP-Getty Images